Om te zeggen dat de beurzen het dit jaar lastig hebben is een understatement. Sinds het begin van het jaar hebben we vooral koersdalingen gezien, bij zowel aandelen én obligaties. Niet alleen de financiële markten hebben het lastig, ook de cryptowereld heeft flinke last van de huidige omstandigheden: de bitcoin is in een half jaar zelfs meer dan de helft van zijn waarde kwijtgeraakt.
En dan is 2022 pas een half jaar oud. We nemen de tijd om te reflecteren op wat er momenteel speelt in de financiële wereld en kijken meteen vooruit naar de 6 maanden die nog komen gaan.
De reden waarom beurzen het lastig hebben: de hoge inflatie
De hoofdreden waarom beurzen het momenteel lastig hebben is de hoge inflatie. Normaal gesproken streven centrale banken naar een gemiddelde inflatie van zo’n 2%. Dan worden producten en diensten jaarlijks iets meer waard en dat zorgt ervoor dat we geld uit blijven geven. Dat is weer goed voor de economie.
In mei rapporteerde de Verenigde Staten een inflatie van 8,6% en was de inflatie in de gehele Eurozone 8,1%. Die percentages zitten flink boven de 2% waarnaar gestreefd wordt.
Inflatieontwikkeling Eurozone & VS:
Hoe is het zover gekomen? Ten eerste zorgde het coronavirus voor een grote schok op de vraag en aanbodmarkten van verschillende producten en diensten. De vele lockdowns zorgden er namelijk voor dat economieën tot stilstand kwamen en de productie werd afgeschaald.
Er werd echter geen rekening gehouden met het feit dat de vraag ook wel weer eens snel kon gaan toenemen. Maar dat gebeurde wel, mede dankzij de brede ondersteuning van overheden en centrale banken en het vele opgepotte geld van huishoudens.
De vraag nam snel toe maar het aanbod kon de vraag niet aan: er was sprake van een mismatch en dit zorgde voor problemen in de toeleveringsmarkten. Veel producten waren simpelweg niet te krijgen, en de producten die wel te krijgen waren stegen flink in prijs. Dat is het simpele spel van vraag en aanbod.
Dat China, dat ook wel ‘de fabriek van de wereld’ wordt genoemd vanwege zijn enorme productievermogen, veel problemen ondervond van de lockdowns (en nog steeds ondervindt), hielp ook niet mee.
De inflatie is begin 2021 begonnen met stijgen, en deze stijgt nog steeds door. Toen we dachten van het coronavirus af te zijn en dat we de grootste problemen achter ons hadden gelaten, besloot Rusland Oekraïne binnen te vallen. Daarmee werd de graanschuur van de wereld lamgelegd en sneed Rusland zichzelf in de vingers op het gebied van energie-export: de verschillende sancties van westerse landen beperkten de mogelijkheden voor Rusland om haar waardevolle grondstoffen te verkopen.
Maar die sancties zorgen er wel voor dat de westerse landen de gevolgen zelf ook merken. Onze economieën draaien namelijk voor het grootste deel op fossiele energie als gas en olie. Door de boycot van de Russische grondstoffen nam het aanbod af en dus stegen de prijzen. Die hogere energieprijzen merken we niet alleen aan onze eigen energierekening, die hogere prijzen worden namelijk productiebreed doorberekend. Om de kassen waarin ons voedsel wordt verbouwd op temperatuur te houden, wordt gas gebruikt. En ook staan taxichauffeurs vaak aan de pomp. Zij kunnen allemaal zelf de prijsstijgingen niet opvangen, en dus zullen ze de hogere kosten doorberekenen aan de klant: aan jou dus.
Omdat onze economie nog niet volledig duurzaam is, zijn er nog niet genoeg groene alternatieven beschikbaar om het huidige gebruik van fossiele brandstoffen op te vangen. Ook is deze omslag vaak tijdrovend en ingewikkeld. We hoeven niet te verwachten dat het probleem volgende maand is opgelost.
Het dilemma waar centrale banken voor staan
Een beetje inflatie is goed, veel inflatie begint vervelend te worden. Het holt de koopkracht uit. Gelukkig kunnen centrale banken de rentes verhogen om een beetje op de economische rem te trappen. Zo koelen ze de economie wat af om de prijzen minder snel te laten stijgen. Alleen staan die centrale banken nu voor een dilemma: want ook zonder hun ingrijpen vindt er al een vertraging van de economische groei plaats.
Volgens het boekje moten ze voor het inperken van een hoge inflatie de rente verhogen. Maar tegelijkertijd rem je daarmee de economie nog verder af waardoor deze in een recessie kan belanden.
Wanneer de rente wordt verhoogd, wordt het duurder om geld te lenen en verminder je daarmee de economische activiteit en temper je daarmee de inflatie. Maar je vergroot wel de kans op een recessie.
Anderzijds is het aanhouden van een lage rente een drijfveer voor een nog hogere inflatie. Dit zorgt er uiteindelijk voor dat de koopkracht verder verminderd. Voor de centrale banken gaat het hier om kiezen tussen twee kwaden.
Het verschil tussen de Verenigde Staten en Europa
De twee belangrijkste centrale banken waar we op de beurs mee te maken hebben zijn die van de Verenigde Staten (de Fed) en die van Europa (de ECB). Beide voeren ze een ander beleid om met de huidige situatie om te gaan.
De Fed heeft dit jaar al vaak laten doorschemeren dat ze maar al te graag de rente hoger ziet. Alhoewel de Europese Centrale Bank nu ook aangeeft de rente te willen verhogen zal het tempo en niveau waarschijnlijk lager zijn dan dat het aan de overkant van de oceaan het geval is.
En dit komt doordat de ECB zich in een lastig pakket bevindt. In de Eurozone heeft men veel meer last van de stijgende energieprijzen dan de Verenigde Staten. Aangezien onze regio grotendeels afhankelijk is van de import van energie. Je kunt je daarom afvragen of het verhogen van de rente de inflatie wel kan verlagen.
Wat draagt bij aan de inflatie in Europa?
Voor de Fed is het verhaal een stuk duidelijker. Alhoewel de hoge energieprijzen ook een steeds groter probleem beginnen te worden voor de Verenigde Staten, is daar duidelijk te zien dat er ook andere drijfveren zijn voor de hoge inflatie. De belangrijkste ontwikkeling is het snel stijgen van de lonen. Maar wanneer deze te snel stijgen kan het gaan zorgen voor een loonprijs-spiraal. De stijgende loonkosten worden dan weer doorberekend door producenten in de prijzen. Dit doet de inflatie alleen maar toenemen. Maar omdat de Amerikaanse economie een stuk sterker is dan die van Europa is de keuze voor de Fed een stuk makkelijker: de rentes moeten (snel) omhoog.
Waarom reageren beurzen nu zo heftig op deze ontwikkelingen?
Er zijn een aantal redenen waarom het sentiment niet goed is. Ten eerste kunnen beleggers niet tegen onzekerheid en dat is exact wat zij op dit moment op hun bordje krijgen. Het is lastig te bepalen tot wanneer de inflatie hoog blijft. Ook weten we niet hoe sterk de economieën daadwerkelijk zijn om de klappen op te vangen.
De grootste aanstichter van die onzekerheid hebben we dan nog niet genoemd: de oorlog in Oekraïne. Want enerzijds is er een tekort aan grondstoffen die de inflatie doet stijgen. Aan de andere kant zijn de internationale verhoudingen enorm op scherp gezet. Hoe het conflict gaat aflopen blijft gissen. Maar het conflict kan uit het niets escaleren.
De tweede grote reden is de oplopende rente. Een hogere rente heeft namelijk gevolgen voor de beurzen. Ten eerste is de refirente, dat is de rente die de centrale bank bepaalt, van grote invloed op het gedrag van grootbanken zoals de Rabobank en de ING. Zij bepalen aan de hand van de refirente verschillende renteniveaus die zij doorberekenen aan consumenten en bedrijven. Bijvoorbeeld voor je hypotheek. De kosten om geld te lenen gaan dus omhoog. Als de kosten stijgen zullen consumenten minder gaan uitgeven waardoor ook bij bedrijven de inkomsten waarschijnlijk zullen dalen.
Voor aandelen is de rente ook een belangrijke graadmeter. Met het renteniveau worden toekomstige inkomstenstromen berekend. Wanneer de toekomstige inkomsten dalen omdat de rente stijgt, zal de waardering van de aandelenkoers ook naar beneden worden bijgesteld.
De bovenstaande gevolgen zijn voornamelijk voor specifieke bedrijven gevaarlijk. Met name bedrijven die hoge schulden hebben en nog geen winst draaien komen dan onder druk te staan. Aan de ene kant worden de schuldenlasten hoger terwijl aan de andere kant de toekomstige inkomstenstroom ook minder wordt. Het risico gaat dan omhoog met een lagere koers tot gevolg. Welke bedrijven dit dan zijn? Denk bijvoorbeeld aan techbedrijven als Facebook, Snapchat en Netflix.
Ook voor bestaande obligaties is een hogere rente negatief voor de koers van de obligatie. Dit komt doordat nieuw uitgegeven obligaties een hoger rentetarief bieden. Obligaties met een lager rentetarief zijn daarmee onaantrekkelijker en zullen in waarde dalen.
Bij Semmie kijken we met vertrouwen naar de toekomst…
Ook bij Semmie hebben we gemerkt dat de huidige marktomstandigheden de portefeuilles niet goed doen. Zowel de aandelenkoersen als obligatiekoersen zijn gedaald. Er is hiervoor maar één goed antwoord: kijken naar de langere termijn. Correcties en crashes hebben we vaker gezien op financiële markten. Wat hierbij vaak opvalt is dat koersen sneller dalen dan dat ze stijgen. Dit kan het voor beleggers moeilijk maken om niet op de verkoopknop te drukken. Om vervolgens een groot deel van het herstel te missen en later op een hoger moment weer instappen.
Bij Semmie richten we onze portefeuille in op de lange termijn en houden we ons niet bezig met korte termijnhandel. De lange termijn heeft namelijk laten zien dat beurzen er altijd wel weer bovenop komen.
Hieronder zie je namelijk de ontwikkeling van de MSCI All Country World Index van de afgelopen 14 jaar. De MSCI All Country World Index is een index die de prestaties van aandelen uit 23 ontwikkelde landen en 24 opkomende markten meet. De index bestaat daardoor 2.900 verschillende aandelen en geeft een goede representatie van hoe de aandelen wereldwijd presteren.
Ontwikkeling MSCI All Country World index:
De huidige koersdalingen lijken misschien hevig, maar zijn over een periode van 14 jaar gemeten minimaal.
Naar de toekomst kijkend zijn er zelfs ook positieve punten. Ten eerste is er al veel negatief nieuws ingeprijsd. Het gevolg is dat de huidige koersdalingen pijn doen, maar de waarderingen van aandelen weer naar ‘normale’ niveaus zijn gegaan. We moeten namelijk ook niet vergeten dat de afgelopen twee jaren koersen enorm waren gestegen.
Op het gebied van renteniveaus is er op korte termijn het risico dat centrale banken overreageren en de rente te snel verhogen. Maar op langere termijn wordt niet verwacht dat we met structureel hoge rentes te maken krijgen. Hetzelfde geldt voor de inflatie. Deze zal op langere termijn waarschijnlijk wat hoger blijven, maar wel meer toe bewegen naar de doelstelling van de centrale banken.
Een mooi gevolg van de huidige onzekerheid is dat het de transitie naar een duurzame economie doet versnellen. De huidige economische situatie heeft namelijk laten zien hoe kwetsbaar we als Europa zijn en hoe afhankelijk we zijn van Rusland op het gebied van grondstoffen. Bij beleidsmakers is daarom de switch naar een groene economie hoog op de agenda komen te staan. De verwachting is daarom ook dat er grote kapitaalstromen gaan naar groene projecten en dat bedrijven die al duurzaam ondernemen hier extra van zullen profiteren.
… want beleggen doe je voor de lange termijn
Samenvattend snappen we dat het uitdagende tijden zijn. Voor iedereen. Zeker als het om je geld gaat. Koersen zijn in korte tijd flink gedaald en het geduld van beleggers die naar de korte termijn kijken wordt op de proef gesteld. Kijk je verder dan dat dan zie je dat de koersen nog wel relatief op hoge niveaus staan. En dat het verleden heeft aangetoond dat je door te beleggen voor de lange termijn een mooi rendement kunt behalen. Al is dat natuurlijk niet gegarandeerd.
Resultaten uit het verleden geven ons vertrouwen voor de toekomst en daarbij kun je de lagere koersen juist zien als een uitnodiging om wat extra in te leggen. Je koopt je beleggingen dan namelijk relatief goedkoper in en als de koersen vervolgens stijgen profiteer je dan weer extra van die stijgingen! Dan is het glas halfvol in plaats van halfleeg.