Money facts

Budgetteren kun je leren

Door Thomas van der Lee op 18 september 2020 - leestijd: 5 min
Budgetteren kun je leren
Money facts

Een budget opstellen wellicht suf en niet iets waar je een avondje lekker voor gaat zitten. Toch kan een budget voor financiële rust zorgen en je helpen je financiële doelen te bereiken. Hoe beter je wordt in budgetteren, hoe leuker het wordt.


In het kort:

  • Met de 50/30/20-regel is budgetteren eenvoudiger dan je misschien denkt;
  • Bij deze methode gebruik je 50% van je inkomen voor vaste lasten, 30% voor variabele lasten en 20% om te sparen en te beleggen;
  • Je variabele lasten bestaan uit optionele, essentiële uitgaven. Hier zou je eventueel op kunnen besparen;
  • We leggen uit hoe het gebruiken van deze regel in de praktijk werkt.


Een budget helpt je overzicht te houden over je inkomsten en uitgaven. Dat geeft rust, maar helpt ook om geld te besparen en daarmee eerder je financiële doelen waar te maken.

Een bijkomend voordeel is dat je budgetteren zelf heel makkelijk kunt leren. Natuurlijk kun je aan de slag met uitgebreide spreadsheets en complexe manieren om te budgetteren, maar een eenvoudige methode als de 50/30/20-regel heeft hetzelfde resultaat.


De 50/30/20-regel om te bugdetteren

Elizabeth Warren, voormalig professor aan de Universiteit van Harvard en nu senator voor de Democratische partij in de Verenigde Staten, bedacht de 50/30/20-regel voor budgetteren en schreef er in 2005 een boek over: All Your Worth: The Ultimate Lifetime Money Plan (een aanrader). In grote lijnen komt haar methode op het volgende neer:

De 50/30/20-regel is een hulpmiddel om je te helpen om je persoonlijke financiën inzichtelijk te maken, je spaardoelen te bereiken en zodoende je financiële gezondheid te verbeteren. Budgetteren moet meer zijn dan alleen je rekeningen op tijd betalen: het juiste budget helpt je om te bepalen hoeveel je moet uitgeven, en waaraan.

De 50/30/20-regel valt onder te verdelen in:

  • Vaste lasten (50%)
  • Persoonlijke keuzes (30%)
  • Sparen/investeren (20%)


Vaste lasten: 50% van je inkomen

Deze uitgaven zijn je noodzakelijke uitgaven. Hieronder vallen alle kosten die je maakt om in leven te blijven of te overleven. Dit zijn zaken als:

  • Hypotheek/huur
  • Boodschappen
  • Vervoerskosten
  • Verzekeringen
  • Water, gas, elektra
  • Medicijnen


Deze zaken zijn noodzakelijk om te leven. Om ergens te kunnen wonen moet je elke maand je hypotheek/huur betalen (uitzonderingen daargelaten). Om te eten en te drinken moet je boodschappen kopen. Ook een auto of een treinabonnement om op je werk te komen zijn noodzakelijk, anders kan je niet werken. En ga zo maar door.

Ben je per maand meer kwijt dan de 50%? Dan wordt het misschien tijd om in de spiegel te kijken, want dan woon of leef je waarschijnlijk boven je stand. Deze kosten komen namelijk elke maand weer terug en gaan waarschijnlijk dankzij de inflatie jaarlijks stijgen.


Persoonlijke keuzes: 30% van je inkomen

30% van je netto-inkomen maak je beschikbaar voor optionele, niet-essentiële uitgaven. Uitgaven die het leven wel makkelijker maken, maar niet je eerste levensbehoeften vervullen. Voorbeelden van zaken die in deze categorie vallen zijn:

  • Uit eten gaan
  • Vakanties
  • Kapper
  • (Mobiele) telefoon, internet
  • Sport
  • Hobby’s
  • Goede doelen


Deze categorie kan een grote invloed hebben op je budget. Wil je echt geld overhouden, dan valt hier geld te besparen. Deze categorie bevat namelijk de niet-essentiële levensbehoeften. Al kan je de mobiele telefoon/internet in twijfel trekken. In deze maatschappij zijn deze zaken inmiddels bijna van levensbelang.



Sparen/investeren: 20% van je inkomen

Houd ten minste 20% van je netto-inkomen beschikbaar voor het aflossen van schulden en het opbouwen van een financiële buffer. Is die groot genoeg? Denk er dan eens aan om te gaan beleggen.

Let er wel op dat als je schulden hebt waarbij je verplicht bent om maandelijks een minimumbedrag af te lossen, je deze meeneemt in de categorie vaste lasten. En weet dat beleggen meer risico’s met zich meebrengt dan sparen.


De 50/30/20-regel in de praktijk:

De uitleg is helder, maar hoe ziet dit er in de praktijk uit? Stel je verdient elke maand €2.500 netto. Dan geef je maximaal €1.250 per maand uit aan je vaste lasten. Mocht je dit niet halen, kijk dan waar je kunt besparen. Wie weet kun je wel overstappen naar een goedkopere verzekering of is er een goedkopere manier om op je werk te komen.

Je mag ook €750 uitgeven aan een lekker etentje, een weekendje weg, je fitnessabonnement en/of goede doelen. De keuze is aan jou. Leef je leven in luxe tot wat je budget toelaat.

En dan is er nog de overige €500. Hier betaal je schulden mee af (altijd eerst doen!) en bouw je een financiële buffer op. Hoe groot zo’n buffer moet worden kun je via het Nibud berekenen. Dat is namelijk voor iedereen verschillend.


Klaar om te starten?

Al deze besparingen leveren in een jaar (€500 x 12 =) €6.000 op. Is je financiële buffer groot genoeg, dan heb je een mooi bedrag over om per maand te gaan beleggen. Dat kan namelijk een mooi rendement opleveren. Via onze tool bereken je wat het verwachte resultaat kan zijn.

Thomas van der Lee
Thomas van der Lee

Content Director

Alle blogs van Thomas van der Lee

Thomas verdiept zich graag in ingewikkelde beleggingsmaterie. Door zijn creativiteit kan hij een verhaal altijd op de Semmie-manier overbrengen op de lezer: helder, toegankelijk en to-the-point.

S

Beleggen met Semmie

Wij beleggen voor jou. Met helder inzicht in onze beleggingskeuzes, één duidelijke fee en eerlijk rendement.

Hoe werkt het