Obligaties worden gezien als een van de meest relatief veilige beleggingen. Al betekent dat niet dat obligaties zonder risico’s zijn. Beleggen blijft altijd risicovol, dus ook beleggen in obligaties. Over het algemeen zijn de risico’s van beleggen in obligaties onder te verdelen in 3 categorieën: het faillissementsrisico, het renterisico en het valutarisico.
Het bedrijf of land gaat failliet
Ondanks dat het niet vaak zal gebeuren blijft het een risico: een bedrijf of een land kan zo in de problemen komen dat het zijn leningen niet meer kan terugbetalen. Het gaat dan failliet. Bezit je net obligaties van dat bedrijf of dat land, dan wordt je inleg aan het einde van de looptijd niet terugbetaald.
Obligaties schommelen in waarde
Ook obligaties kunnen meer en minder waard worden. Dat klinkt gek omdat een obligatie een lening is met een vaste rente. De belangrijkste reden dat obligaties van waarde veranderen, is omdat ze ook een koers hebben en die reageert op de ontwikkeling van de marktrente. Als je in obligaties belegt, leen je namelijk geld uit aan bedrijven, tegen een bepaalde rente. Als de rentestand van jouw obligatie hoog staat ten opzichte van de huidige marktrente, dan is jouw obligatie veel waard. Is de marktrente hoger dan de rente op jouw obligatie, dan wordt die obligatie minder waard. Ga maar na: als je vandaag meer rente kan krijgen als je je geld uitleent, dan heb je liever een obligatie met zo’n hogere rente. ‘Oude’ obligaties met een lagere rente zijn daarom ineens minder gewild en dalen in waarde.
De wisselkoers heeft ook invloed
Het derde belangrijke risico is het valutarisico. Dit risico ontstaat wanneer je in een andere valuta dan de euro belegt. Het kan bijvoorbeeld zijn dat je obligaties van de Amerikaanse overheid bezit, deze zijn dan genoteerd in dollars. Als de koers van de dollar daalt in vergelijking met de euro, dan heeft dit een negatieve invloed op de waarde van je obligaties.
