De staat als aandeelhouder. Hoe pakt dat uit?

Door Koen Kersten op 31 mei 2024, leestijd: 5 minuten

Overheden bepalen veel, maar gelukkig niet alles. Zo kenmerkt onze westerse economie zich door de mogelijkheden om zonder overheidsinmenging te handelen (de zogenaamde vrije markt). Op de beurs is het echter wel gebruikelijk dat overheden een positie innemen bij bedrijven als aandeelhouder. We onderzochten hoe deze inmenging uitpakt. Voor het bedrijf zelf en voor jou als belegger.

In het kort:
  • Het komt geregeld voor dat overheden een positie innemen in beursgenoteerde bedrijven. Die inmenging kan positief, maar ook negatief uitpakken.
  • Staatsinmenging kan bedrijven helpen om nieuwe industrieën verder te ontwikkelen die anders geen of weinig particuliere investeerders zouden aantrekken, zoals hernieuwbare energie en biotechnologie.
  • Overheidsbemoeienis brengt echter risico’s met zich mee, zoals politieke druk en corruptie, maar kan ook voordelen bieden zoals soepelere wet- en regelgeving en meer sociaal rendement.

De Nederlandse staat als aandeelhouder

Holland Casino, Schiphol en netbeheerder TenneT zijn drie compleet verschillende bedrijven met één overeenkomst: de Nederlandse staat bezit aandelen in deze bedrijven, waarbij de minister van Financiën optreedt als aandeelhouder. In het geval van Schiphol heeft de Nederlandse staat een belang van 69,77% en is de overheid 1 van de 4 aandeelhouders (naast onder andere gemeente Amsterdam). Voor zowel Holland Casino als TenneT geldt dat de overheid 100% van de aandelen in handen heeft.

Ook bij beursgenoteerde bedrijven kan de overheid een positie innemen. Zo heeft de Staat der Nederlanden een belang van 9,30% in Air France-KLM, naast de Franse Staat die 28,60% in handen heeft. Bij zowel beursgenoteerde als niet-beursgenoteerde bedrijven spreken we van een staatsdeelneming, of in het Engels van een State Owned Enterprise. We noemen het een staatsdeelneming als de staat aandeelhouder is, ongeacht het aantal aandelen dat de staat bezit.

Het is moeilijk om een goed beeld te krijgen van de invloed van nationale overheden bij beursgenoteerde bedrijven, omdat overheden daar niet altijd open over zijn. De Nederlandse overheid is hier echter wel transparant over. De overheid heeft bekend gemaakt dat de Nederlandse staat eind 2022 aandeelhouder was in 39 bedrijven, waarvan alleen KLM beursgenoteerd is.

Meer overheidsbemoeienis buiten het Westen

In westerse landen is er doorgaans minder sprake van overheidsbemoeienis dan bijvoorbeeld in Rusland of China. Deze verschillen zijn voornamelijk te wijten aan (de overblijfselen van) het communisme, een ideologie die streeft naar collectief eigendom en een gelijke verdeling van middelen, waarbij de staat een belangrijke rol speelt. Tegenwoordig omschrijven we deze economische situatie als staatskapitalisme.

Het is daarbij geen verrassing dat zo’n kwart van de bedrijven die we terugvinden in de MSCI Emerging Markets index, (deels) in handen zijn van de staat, met als koploper China. Meer dan 60% van de 100 grootste Chinese bedrijven kent een bepaalde vorm van staatsinmenging, al was dat percentage op het hoogtepunt 14 jaar geleden zelfs ruim 90%.

Staatsinmenging Chinese overheid blijft onverminderd hoog

Toch is ook in Nederland staatsdeelneming bij beursgenoteerde bedrijven niet vreemd. ABN AMRO is lange tijd in handen geweest van de staat. Tijdens de financiële crisis van 2008 stond de bank op omvallen, waardoor deze werd genationaliseerd. Pas 15 jaar na de nationalisatie heeft de overheid haar belang verminderd tot onder de 50%, waardoor de Nederlandse staat niet meer het meerderheidsbelang heeft.

Het enige beursgenoteerde bedrijf waarin de Nederlandse overheid momenteel aandelen heeft, is Air France-KLM. Dit is niet om financieel gewin te behalen door middel van koerswinst, maar – naar eigen zeggen – ‘’om rechtstreekse invloed uit te kunnen uitoefenen op toekomstige ontwikkelingen bij de holding Air France-KLM, zodat de Nederlandse publieke belangen optimaal gewaarborgd kunnen worden.”

Een voorbeeld hiervan is terug te vinden in het Jaarverslag Staatsdeelnemingen 2022, waarin staat: ‘’Air France-KLM heeft in 2022 een overeenkomst getekend voor de aankoop van motoren voor de nieuwe Airbus A320 neo-vloot. Deze motoren genereren 15% minder CO2 en 50% minder geluid.” Hier heeft de overheid waarschijnlijk gestuurd op investeringen in motoren die prettiger zijn voor de omwonenden, om zo het draagvlak voor Schiphol te verbeteren.

Verschillende soorten inmenging

Inmenging van overheden bij bedrijven kan verschillende redenen hebben. Zo kan het nodig zijn om te voorkomen dat een bedrijf omvalt, zoals bij ABN AMRO het geval was, maar ook om strategische redenen, zoals bij Air France-KLM.

De bedrijven waarbij overheden vaak een flinke vinger in de pap hebben, zijn voornamelijk te vinden in een aantal maatschappelijk cruciale sectoren. Denk hierbij aan de energie-, basismaterialen- en financiële sector. Energie en materialen hebben vaak te maken met de natuurlijke bronnen van een land, terwijl de financiële sector ervoor zorgt dat de economie draaiende blijft. Deze sectoren zijn essentieel om andere bedrijven succesvol te maken.

Staatsinmenging kan ook tot doel hebben om industrieën te stimuleren die economisch wenselijk zijn, maar anders niet zouden worden ontwikkeld via particuliere investeringen. Wanneer nieuwe industrieën moeite hebben om particuliere investeerders aan te trekken vanwege risico’s, moeilijkheden met patenten of externe effecten, kan de overheid helpen deze industrieën op de markt te brengen met positieve economische gevolgen. Denk hierbij aan bedrijven die zich bezighouden met hernieuwbare energie of biotechnologie.

Niet zonder risico

Overheidsbemoeienis is echter niet zonder risico. Wanneer de staat aandeelhouder is, blijft het risico bestaan dat de overheid druk uitoefent voor politieke doeleinden. Zo zou de Nederlandse staat druk kunnen uitoefenen op Air France-KLM om de minimumlonen te verhogen, waardoor de kosten van het bedrijf aanzienlijk stijgen. Daarnaast zien ondernemers de kans op corruptie als een van de belangrijkste nadelen. Bovendien heeft de overheid een belangrijke stem, die niet gemakkelijk genegeerd kan worden, wat vaak niet goed is voor de bestuurlijke rust van een bedrijf.

Staatsinmenging en corruptie
Dat staatsinmenging en corruptie samengaan bewees Petrobras, een Braziliaans olie- en gasbedrijf. Ondanks dat de Braziliaanse overheid een meerderheidsaandeel in Petrobras bezit en zodoende strategische controle uitoefent, raakte het bedrijf betrokken bij een van de grootste corruptieschandalen in de geschiedenis van Brazilië. Het schandaal, bekend als Operatie Car Wash (Operação Lava Jato), begon in 2014 en onthulde een enorm corruptienetwerk waarin politici, topfunctionarissen van Petrobras, en grote bouwbedrijven steekpenningen en smeergeld uitwisselden.

Voordelen voor jou als aandeelhouder

Toch kan het ook een voordeel zijn om de staat als mede-aandeelhouder te hebben. Zo kan het verlenen van vergunningen een grote impact hebben op de dominantie van een bedrijf. Daarnaast kunnen bedrijven gesteund worden door middel van soepelere wet- en regelgeving en subsidies.

Ook is er kans op meer sociaal rendement. Staatsbedrijven kunnen onder politieke druk sneller worden gemotiveerd om bijvoorbeeld te investeren in duurzaamheid of betere arbeidsvoorwaarden voor het personeel te realiseren. Voor de belegger die kijkt naar ecologische of sociale doelen kan de overheid daardoor soms een aantrekkelijke aandeelhouder zijn.

Tot slot kan het bedrijf onder gunstigere voorwaarden leningen verkrijgen. Omdat de overheid vaak een bepaald belang heeft bij het bedrijf, kunnen partijen de kredietwaardigheid opschroeven.

Overheid je vriend of vijand?

De vraag of de overheid je vriend of vijand is als aandeelhouder hangt sterk af van de individuele situatie. Het hangt deels af van je beleggingsdoel en van het doel van de overheid met het aandeelhouderschap. Wel is duidelijk dat er risico’s kleven aan de staat als aandeelhouder. Politiek gewin kan de boventoon voeren, en er zijn genoeg voorbeelden waarbij de inmenging geen positieve resultaten heeft opgeleverd.

Als belegger is het risico op het gebied van staatsdeelneming beperkt, vooral omdat dit soort constructies in ontwikkelde landen minder vaak voorkomen, zeker bij dominante bedrijven. Het beleggen in opkomende markten, vooral in China, brengt echter een grotere kans op staatsinmenging met zich mee.