De manier waarop spaargeld, beleggingen en ander vermogen in box 3 belast wordt, staat op de nominatie om op de schop te gaan. Na veel voorwerk komt er een nieuwe manier waarop belasting op vermogen wordt geheven. In plaats van een heffing gebaseerd op een fictief (forfaitair) rendement, wordt straks het daadwerkelijk behaalde rendement belast.
Om inzichtelijk te maken welke implicaties deze belastingwijziging kan hebben voor jou als belegger, maken we gebruik van meerdere voorbeelden. Zo krijg je een globaal inzicht van wat de wijzigingen voor jou kunnen gaan betekenen.
Ga er wel even goed voor zitten, want dit artikel is niet bedoeld om snel tussendoor te lezen. We hebben ervoor gekozen om alle informatie zo gedetailleerd mogelijk te presenteren, omdat het belangrijk is dat duidelijk wordt welke factoren in overweging moeten worden genomen en hoe we tot onze conclusie zijn gekomen.
In het kort:
- Als alles volgens plan gaat wordt er in 2029 een nieuw belastingstelsel voor box 3 ingevoerd, waarbij belasting wordt geheven over werkelijke inkomsten uit vermogen in plaats van een forfaitair rendement.
- Voor beleggingen, spaargeld en cryptovaluta geldt een vermogensaanwasbelasting van 36% over het jaarlijkse rendement, met een heffingvrij inkomen van €1.250.
- Uit voorbeeldberekeningen blijkt dat het nieuwe stelsel voor veel beleggers tot hogere belastingen kan leiden, vooral in jaren met hoge rendementen, maar er is ook mogelijkheid tot verliesverrekening.
- De implementatie van het nieuwe stelsel is complex en er zijn nog onduidelijkheden, waardoor de invoering in 2029 mogelijk verder vertraging kan oplopen.
Een nieuw belastingstelsel
De belastingheffing over vermogen in box 3 is de afgelopen jaren veelvuldig ter discussie gesteld. De Belastingdienst ging ervan uit dat een deel van het vermogen werd gespaard en een ander deel werd belegd. Voor de belasting werd niet gekeken naar het werkelijke rendement, maar uitgegaan van een forfaitair (fictief) rendement.
Dat er niet eerder is gekozen voor een belastingstelsel op basis van werkelijk rendement, heeft vooral te maken met de eenvoud van het huidige forfaitaire stelsel. Dit systeem is immers relatief makkelijk te begrijpen voor belastingplichtigen en eenvoudig te hanteren door de Belastingdienst.
De Hoge Raad heeft echter geoordeeld dat deze manier van belastingheffing in strijd was met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, waardoor een herziening van het systeem noodzakelijk werd.
Het plan was om vanaf 2027 een nieuw stelsel voor de belastingheffing in box 3 te implementeren. Omdat de ICT-systemen van de Belastingdienst daarvoor niet klaar zijn wordt het op z’n vroegst 2029.
In dit nieuwe systeem wordt belasting geheven over de werkelijke inkomsten uit vermogen. Het type vermogen dat onder het nieuwe box 3-stelsel belast wordt, blijft hetzelfde als in het huidige stelsel, maar het wordt onderverdeeld in twee categorieën:
- Onroerende zaken en aandelen/winstbewijzen in en start-ups: hierbij worden zowel de werkelijke inkomsten als de vermogenswinsten belast. Voor dit type vermogen zal de vermogenswinstbelasting gelden.
- Overige bezittingen, zoals beleggingen, spaargeld en cryptovaluta, minus de gemaakte schulden: voor deze categorie geldt de vermogensaanwasbelasting.
In dit artikel richten we ons op de implicaties van de vermogensaanwasbelasting, aangezien deze van toepassing zal zijn op beursgenoteerde beleggingen en daarmee ook relevant is voor de Semmie belegger.
Hoe gaat de vermogensaanwasbelasting werken?
De vermogensaanwasbelasting is de belasting die vanaf 2029 wordt geheven over het rendement op spaargeld en beursgenoteerde beleggingen in box 3. Hierbij wordt niet het totale vermogen belast, maar uitsluitend de aanwas: de rente en/of het rendement dat in een jaar wordt verdiend.

Op bezittingen zoals spaargeld, beleggingen en cryptovaluta kan winst worden behaald, bijvoorbeeld via de ontvangen spaarrente, het beleggingsrendement en/of dividend. Op deze inkomsten mogen bepaalde kosten in mindering worden gebracht, zoals verschuldigde rente, bankkosten, transactiekosten en vermogensbeheerkosten. Het bedrag dat resteert, vormt het totale inkomen uit vermogen.
Vanaf 2029 kan op dit totale inkomen een heffingsvrij inkomen in mindering worden gebracht, dat het huidige heffingsvrije vermogen vervangt. Dit heffingsvrij inkomen wordt een vast bedrag en is naar verwachting €1.250 (hoogstwaarschijnlijk dubbel voor fiscaal partners). Het bedrag dat na aftrek overblijft, is het belastbaar inkomen in box 3.
Als het belastbaar inkomen nul of negatief is, hoeft er geen box 3-belasting te worden betaald. Bij een positief belastbaar inkomen wordt er wel belasting geheven bij de jaarlijkse aangifte. Het belastingtarief is momenteel vastgesteld op 36%. Stel dat er €500 belastbaar inkomen overblijft, dan is de verschuldigde belasting €500 x 36% = €180.
Verliesverrekening
Een nieuw aspect van het stelsel is de mogelijkheid tot verliesverrekening. Indien er in een bepaald kalenderjaar een negatief rendement wordt behaald, mogen deze verliezen worden verrekend met winsten in een volgend jaar, met een verliesdrempel van €500. Stel dat in 2029 een negatief rendement van €1.500 wordt gerealiseerd, dan mag in het daaropvolgende jaar €1.000 als verlies worden verrekend en in mindering worden gebracht op het belastbaar inkomen. Of verliesverrekening over meerdere jaren mogelijk is, is op dit moment nog niet bekend, daar gaan we voor het gemak bij de volgende voorbeelden wel vanuit.
Stelselvergelijking: gaan beleggers meer belasting betalen?
Om te zien hoe het nieuwe box 3-stelsel zich verhoudt tot het huidige stelsel, maken we gebruik van drie fictieve beleggers: Jesse, Noa en Wim. Het is moeilijk om op individueel niveau aan te geven wat de gevolgen van het nieuwe stelsel zijn, maar we kunnen wel een algemeen beeld schetsen van de implicaties door gebruik te maken van meerdere persona’s.
De volgende aannames gelden voor de vergelijking:
- Alle drie de beleggers beleggen voor een periode van 20 jaar.
- We schetsen twee situaties:
- Situatie 1: Een fictieve situatie, waarbij er sprake is van een rendementsontwikkeling van 5% per jaar, voor elk jaar.
- Situatie 2: Een meer realistische situatie, waarbij er sprake is van een rendementsontwikkeling gebaseerd op de MSCI ACWI rendementen van de afgelopen 20 jaar (periode 2003 – 2023). Voor deze rendementen zijn gekozen omdat ze een beeld schetsen van de ontwikkeling van de wereldwijde aandelenmarkten. Deze in het verleden behaalde rendementen zijn echter geen garantie voor de toekomst.
We maken gebruik van verliesverrekening bij de MSCI ACWI rendementen, waar nodig voor meerdere opeenvolgende kalenderjaren
- Geen van de beleggers heeft een fiscaal partner.
- De beleggers maken jaarlijkse kosten van €100, die mogen worden afgetrokken van de werkelijke inkomsten.
- Voor het gemak wordt spaargeld buiten beschouwing gelaten.
- Om de verschuldigde belasting te betalen, worden geen beleggingen verkocht.
Jesse: initiële inleg €10.000, periodieke inleg van €100 per maand
De eerste belegger is Jesse. Jesse is 26 jaar en besluit op tijd te werken aan z’n financiële toekomst. Daarom is hij begonnen met beleggen. Hij begint met een startbedrag van €10.000 en legt daarnaast elke maand €100 periodiek in.
Verschuldigde belasting in euro’s bij 5% rendement per jaar
Jesse kan worden gezien als ‘kleine’ belegger. Omdat hij met een relatief laag bedrag is begonnen met beleggen profiteert hij onder het huidige stelsel vooral dankzij het heffingsvrij vermogen (€57.000). Bij een vast rendement van 5% per jaar betaalt hij in het huidige stelsel pas na 19 jaar voor het eerst belasting. In het nieuwe stelsel is te zien dat Jesse een stuk eerder, en uiteindelijk ook meer belasting is verschuldigd. Het heffingsvrij inkomen zorgt ervoor dat Jesse bij 5% rendement vanaf het 9e jaar al belasting verschuldigd is.
Verschuldigde belasting in euro’s bij MSCI ACWI rendementen
De verschuldigde belasting op basis van de MSCI ACWI rendementen toont aan hoe volatiel het nieuwe stelsel zal zijn. Dankzij de verliesverrekening zijn er meerdere jaren waarin Jesse geen belasting hoeft te betalen, maar er zijn ook jaren waar Jesse (flink) meer belasting gaat betalen in het nieuwe stelsel.
Cijfers Jesse 20 jaar beleggen:
- Totaal opgebouwd vermogen bij 5% per jaar: €72.865,03
- Totaal opgebouwd vermogen gebaseerd op historische MSCI ACWI rendementen: €134.120,34
- Totaal verschuldigde belasting bij 5% rendement per jaar:
- €444,83 (2024)
- €4.647,40 (2029) (+944,75%)
- Totaal verschuldigde belasting gebaseerd op historische MSCI ACWI rendementen:
- €5.298,35 (2024)
- €28.642,64 (2029) (+440,60%)
Noa initiële inleg €85.000, stort niet bij
Noa (43 jaar) heeft een erfenis van €85.000 gekregen welke ze besluit in één keer in te leggen op haar Semmie rekening. Vervolgens laat ze het bedrag 20 jaar renderen.
Verschuldigde belasting in euro’s bij 5% rendement per jaar
Waar bij Jesse duidelijk wordt dat er vanaf het negende beleggingsjaar belasting betaald moet worden in de huidige variant, betaald Noa meteen al belasting. Opmerkelijk is dat bij een rendement van 5% per jaar, vanaf het 19e belastingjaar de nieuwe variant voor Noa gunstiger uitvalt. Vanaf dat moment betaalt ze over haar beleggingen minder belasting dan in de bestaande variant.
Verschuldigde belasting in euro’s bij MSCI ACWI rendementen
Wanneer we echter naar de realistische variant kijken, zien we eenzelfde patroon als bij het voorbeeld van Jesse: veel beweeglijkheid. Positieve jaren op de beurs zorgen voor flinke uitschieters qua de te betalen belasting in het daaropvolgende jaar. Tegelijkertijd zorgt de verliesverrekening ervoor dat er jaren zijn waarin de te betalen belasting wordt gedempt.
Cijfers Noa 20 jaar beleggen:
- Totaal opgebouwd vermogen bij 5% per jaar: €236.806,82
- Totaal opgebouwd vermogen gebaseerd op historische MSCI ACWI rendementen: €490.785,84
- Totaal verschuldigde belasting bij 5% rendement per jaar:
- €39.990,18 (2024)
- €44.444,46 (2029) (+11,14%)
- Totaal verschuldigde belasting gebaseerd op historische MSCI ACWI rendementen:
- €70.175,44 (2024)
- €144.373,42 (2029) (+101,48%)
Wim: initiële inleg €430.000, jaarlijkse extra inleg van €10.000
Als ondernemer heeft Wim (56) €430.000 beschikbaar om in één keer in te leggen, daarnaast legt hij aan het begin van elk kalenderjaar €10.000 in.
Verschuldigde belasting in euro’s bij 5% rendement per jaar
Vanaf het eerste beleggingsjaar wordt duidelijk dat Wim in de nieuwe variant gunstiger uit is. Onder dezelfde omstandigheden betaalt Wim namelijk minder belasting in de nieuwe situatie, en hoe langer Wim belegt en zijn vermogen groter wordt, hoe minder belasting Wim relatief gezien gaat betalen.
Verschuldigde belasting bij MSCI ACWI rendementen
In de realistische situatie, inclusief verliesverrekening, zal ook Wim meer gaan betalen. En des te hoger de rendementen zijn, des te hoger de te betalen belasting daadwerkelijk is. De uitschieter in het 18e belastingjaar is ontstaan vanwege een stijging van bijna 29%. In het jaar ervoor zou Wim met zijn portefeuille een jaarrendement van ruim €700.000 behalen, waar dus een aanzienlijk bedrag aan belasting over wordt geheven.
Cijfers Wim 20 jaar beleggen:
- Totaal opgebouwd vermogen bij 5% per jaar: €1.628.735,31
- Totaal opgebouwd vermogen gebaseerd op historische MSCI ACWI rendementen: €3.234.787,39
- Totaal verschuldigde belasting bij 5% rendement per jaar:
- €390.689,80 (2024)
- €338.538,71 (2029) (-13,35%)
- Totaal verschuldigde belasting gebaseerd op historische MSCI ACWI rendementen:
- €575.702,30 (2024)
- €921.863,65 (2029) (+60,13%)
Beleggers gaan flink meer belasting betalen, de kleine belegger het meest
Het nieuwe stelsel maakt duidelijk dat beleggers meer belasting gaan betalen, ongeacht de inleg.
Als er gekeken wordt naar het type belegger is Jesse in het nieuwe stelsel procentueel het minst gunstig uit. Wim, die ook zijn belastingen ziet stijgen, is daarentegen procentueel het ‘voordeligst uit’. Bij een vast rendement van 5% per jaar ziet hij zijn totale belastingdruk zelfs dalen bij de nieuwe situatie ten opzichte van 2024.
Wordt sparen interessant?
Om te kijken of het voor beleggers gunstiger is om te sparen, hebben we ook de berekening gemaakt met een rendement van 2% per jaar. Dit geeft de volgende resultaten:
Totaal opgebouwd vermogen na 20 jaar sparen:
Jesse: €46.715,44
Noa: €128.831,64
Wim: €945.039,69
Totaal betaalde belasting na 20 jaar sparen:
2024 variant |
2029 variant |
Procentueel verschil |
|
Jesse: |
€0,00 |
€0,00 |
0% |
Noa: |
€3.687,91 |
€5.573,39 |
+51,13% |
Wim: |
€47.629,20 |
€92.408,29 |
+94,01% |
Des te hoger de bedragen worden, des te meer belasting er procentueel betaald gaat worden in het nieuwe stelsel. Vooral voor kleine investeerders wordt sparen interessant. Dat komt door het heffingsvrij inkomen van €1.250, dat hoger is dan de rente die ze op jaarbasis ontvangen.
Pensioenbeleggen nog belangrijker na 2029
De verwachting is dat het nieuwe belastingstelsel het rendement dat op vermogen behaald wordt door beleggers gemiddeld gezien zwaarder zal gaan belasten. Daarbij maken de voorbeelden duidelijk dat er rekening gehouden moet worden met flinke belastinguitschieters volgend op positieve beursjaren. De voorbeelden zijn echter allemaal fictief of op het verleden gebaseerd. En net zoals de beurskoersen is ook de ontwikkeling van het belastingstelsel niet te voorspellen.
Pensioenbeleggen wordt voor beleggers echter een stuk interessanter. Dat komt omdat er niet in box 3, maar in box 1 belegd kan worden middels een lijfrenterekening.
Doordat een deel van de inleg op een lijfrenterekening het jaar erop teruggevraagd kan worden bij de aangifte inkomstenbelasting én omdat het vermogen niet in box 3 belast wordt, kan pensioenbeleggen een (flink) fiscaal voordeel opleveren. Dat doet het al in vergelijking met het huidige belastingstelsel, en dat zal (als de fiscale regels hetzelfde blijven voor pensioenbeleggen), alleen maar meer worden.
Daarbij moet wel gezegd worden dat er aan pensioenbeleggen enkele voorwaarden zitten. Zo is het niet de bedoeling om geld op te nemen voordat je daadwerkelijk met pensioen gaat én kun je niet meer inleggen dan je jaarruimte toelaat.
Wil je meer weten over pensioenbeleggen? Neem dan een kijkje op onze speciale Pensioen-pagina of download ons e-book.
Disclaimer:
Het is belangrijk om te realiseren dat er nog een hoop onduidelijk is rondom de implementatie van het nieuwe systeem in zijn huidige vorm. Allereerst is het de vraag wanneer het de Belastingdienst lukt om alle ICT-systemen klaar te krijgen.
Daarnaast is er gerekend met de huidige beschikbare gegevens, waarbij de kans zeer groot is dat die in de toekomst gaan veranderen. Bovendien is iedere situatie uniek, bovenstaande voorbeelden hoeven niet voor jou te gelden.
Bij Semmie houden we de ontwikkelingen binnen box 3 voor onze beleggers nauwlettend in de gaten, en wanneer er wijzigingen of interessante ontwikkelingen zijn dan delen we die natuurlijk. Actief inspelen op mogelijke ontwikkelingen en de beleggingsstrategie daar op aan te passen is ook niet aan te raden. Beleggen doe je namelijk op een passieve manier voor de lange termijn.
Ook willen we duidelijk maken dat we bij Semmie geen financieel en fiscaal advies geven. We hebben bovenstaande tekst en berekeningen met grote zorg samengesteld, maar desondanks kunnen er geen rechten aan worden ontleend. De gebruikte rendementspercentages zijn fictief en het rendement is nooit gegarandeerd. In het verleden behaalde resultaten zijn geen garantie voor de toekomst.
Voor advies rondom jouw specifieke situatie, is het altijd goed om contact op te nemen met een financieel adviseur, belastingadviseur of accountant.