2023 is inmiddels iets meer dan een half jaar oud: een goed moment om te reflecteren op de huidige situatie in de financiële wereld en om vooruit te kijken naar de komende zes maanden. Want wat staat ons nog meer te wachten?
In deze halfjaarupdate bespreken we de ontwikkelingen die dit jaar van invloed zijn geweest op de richting van de financiële markten, of waarvan we verwachten dat ze er nog invloed op zullen hebben. Zo blijf jij op de hoogte over wat er speelt, zonder zelf dagelijks met je beleggingen bezig te hoeven zijn.
In het kort:
We beginnen met de ontwikkelingen op de beurzen en bespreken vervolgens de belangrijke factoren die de richting op de financiële markten bepalen, zoals het beleid van centrale banken, de mogelijke komst van een recessie en de voortdurende geopolitieke spanningen. We sluiten dit artikel af met een blik op wat we kunnen verwachten in de tweede helft van dit jaar.
Een opmerkelijke ontwikkeling van het beleggingsjaar 2023 is dat de economie en de beurs flink uit elkaar lopen. Ondanks een verslechterende economie, een toenemende kans op een recessie, dalende bedrijfsresultaten, afnemende industriële activiteit, een bankencrisis in de Verenigde Staten, en een aanzienlijke renteverhoging om de hoge inflatie te beteugelen, zijn de beurzen in het eerste half jaar flink gestegen.
Deze stijging op de financiële markten is voornamelijk toe te schrijven aan de hype rondom artificial intelligence (AI) en enkele grote technologieaandelen die daarvan profiteren. Veel van deze technologieaandelen leden eerder flinke verliezen, waardoor deze stijging ook als een stukje herstel gezien kan worden.
De dominantie van techaandelen wordt duidelijk zichtbaar wanneer we kijken naar de Amerikaanse beurs, en dan specifiek naar de S&P 500 index. Deze index, die bestaat uit de 500 grootste Amerikaanse bedrijven qua beurswaarde, is in de eerste helft van 2023 een kleine 15% gestegen. Leg je daar de Nasdaq 100-index naast, een door technologiefondsen gedomineerde index, dan valt de winst van 15% mee. De Nasdaq 100-index steeg namelijk met bijna 40%. Conclusie? Tech heeft de beurs in de eerste helft van het jaar op sleeptouw genomen.
Nasdaq 100 vs. S&P 100 in 2023
Maar niet alleen de Amerikaanse tech-sector presteerde goed. Want nu het jaar halverwege is, kan er een balans opgemaakt worden over de marktbrede ontwikkelingen op de financiële markten. De grote winnaars tot op heden zijn de aandelen. Deze categorie is na het verlies van vorig jaar bezig met een mooie comeback. Tot op heden presteren de Amerikaanse aandelen gemiddeld gezien het beste. Europese aandelen blijven ietsje achter, al scoren Nederlandse aandelen bovengemiddeld goed.
Zowel bedrijfs- als staatsobligaties doen het dit jaar minder goed in vergelijking met aandelen, maar de grootste verliezer tot op heden is de categorie grondstoffen. Dat is ook niet zo verrassend. Het afgelopen jaar scoorde deze categorie namelijk bovengemiddeld goed toen de gas- en olieprijzen in korte tijd flink stegen. Inmiddels is de rust op de grondstoffenmarkt teruggekeerd en dalen die prijzen naar meer normale niveaus.
Categorie |
Gemiddeld rendement 2023 |
Aandelen Verenigde Staten |
14,80% |
Aandelen Nederland |
13,78% |
Aandelen wereldwijd |
13,05% |
Aandelen Europa |
11,05% |
Aandelen opkomende markten |
4,36% |
Goud |
3,03% |
Bedrijfsobligaties |
1,96% |
Staatsobligaties |
0,50% |
Grondstoffen |
-9,85% |
Nu rijst de vraag of de aanzienlijke kloof tussen het sombere macro-economische beeld en de beleidsmaatregelen van centrale banken enerzijds, en de enthousiaste reacties op de beurs anderzijds, zal blijven bestaan. Of zal er in de tweede helft van het jaar toch een periode van reflectie op de beurs volgen? Daarvoor zijn we onder andere afhankelijk van verschillende grote ontwikkelingen: wat de precieze consequenties zijn van de renteverhogingen, in welke mate economieën tot stilstand komen en wat ons op geopolitiek vlak te wachten staat.
Centrale banken hebben in het verleden stellig beweerd dat de duur van de hoge inflatie beperkt zou blijven; deze zou maar tijdelijk hoog zijn vanwege de uitzonderlijke omstandigheden. De nasleep van de coronacrisis en de oorlog van Oekraïne zouden voor een hevige, maar korte, stijging zorgen. De inflatie zou snel moeten terugkeren naar normale niveaus.
Vandaag de dag weten we dat centrale banken die ontwikkeling hebben onderschat. De hoge inflatie is hardnekkiger dan gedacht en op korte termijn wordt er geen flinke daling verwacht. In reactie hierop blijven centrale banken de rentes verhogen, om zo alsnog de hoge inflatie de kop in te drukken. De snelle stijging van de rentes is historisch: nog nooit zijn de rentes zo snel gestegen.
Aantal maanden sinds eerste renteverhoging Fed
Op dit moment staat de rente relatief hoog. Zeker in vergelijking met de voorgaande jaren. En de effecten daarvan sijpelen overal door. Ten eerste hebben we problemen gezien bij regionale banken in de Verenigde Staten. De hogere rente zorgde ervoor dat staatsobligaties onder druk kwamen te staan, wat uiteindelijk leidde tot enkele faillissementen van lokale banken. Gelukkig ontstond er geen domino-effect door adequaat ingrijpen van beleidsmakers.
Maar zijn de gevolgen tot nu toe beperkt gebleven? Als we kijken naar de huizenmarkt, waar de stijgende hypotheekrentes een rol spelen, wel. De huizenmarkt in de Verenigde Staten lijkt namelijk alweer aan te trekken, en ook in Nederland wordt verwacht dat de huizenprijzen zullen stijgen.
Hoe kan het dat we nog niet veel voelen van deze snelle rentestijgingen? Dat komt voornamelijk door het stimulerende beleid van centrale banken in de afgelopen jaren. Lage rentes en het vele geld dat beschikbaar is, hebben gezorgd voor gunstige financiële omstandigheden. Bedrijven en huishoudens hebben daardoor een sterke financiële positie. Veel mensen hebben bijvoorbeeld gebruikgemaakt van de lage rente om een nieuw huis te kopen of hun hypotheek te herfinancieren. Bovendien hebben velen ervoor gekozen om de rente voor een langere periode vast te zetten, waardoor ze weinig last hebben van de stijgende hypotheekrentes.
Ironisch genoeg hebben centrale bankiers door hun extreem stimulerende maatregelen van de laatste jaren hun eigen effectiviteit verminderd. Na de bankencrisis van 2008 is er een continu beleid van stimulatie geweest, waardoor er enorm veel geld in omloop is gekomen en bedrijven en huishoudens de hoge inflatie tot op heden hebben kunnen opvangen.
Hun eigen beleid stelt centrale banken voor een dilemma. Ze hebben namelijk nauwelijks meer de ruimte om snel te reageren op de veranderende huidige economische situatie, zeker nu de kerninflatie maar niet wil dalen. In het Verenigd Koninkrijk is deze zelfs gestegen. Hoewel prijzen van bijvoorbeeld voedsel en brandstof dalen, zien we nu steeds vaker eisen voor loonsverhogingen. De vraag is hoe bedrijven hiermee omgaan. Als zij ingaan op de eisen met betrekking tot loonsverhogingen, zullen zij ook de prijzen van producten blijven verhogen, waardoor de kerninflatie (nog) langer dan verwacht hoog kan blijven.
Toch is de verwachting dat het inflatiedoel op middellange termijn wordt behaald met het huidige beleid dat centrale banken volgen. In de Verenigde Staten zijn er al tekenen dat de arbeidsmarkt verslechtert en de economie afremt. Een economie met de handrem erop zal sneller het gewenste inflatiedoel behalen.
Maar centrale banken lopen hierbij wel het risico ze te ver kunnen gaan met het beleid van renteverhogingen en verkrapping. Het gevaar van dit beleid is dat bepaalde negatieve ontwikkelingen zich als een olievlek kunnen uitspreiden. Een voorbeeld hiervan is de crisis met regionale banken. Hoewel banken sinds de financiële crisis relatief goed bestand zijn tegen economische tegenslagen, kunnen andere partijen, zoals schaduwbanken, alsnog een risico vormen voor de financiële stabiliteit.
Simpel gezegd: als centrale banken de rente blijven verhogen, gaat er vanzelf iets binnen de economie kapot. Dit komt mede doordat er $300 biljoen, ofwel 333% van het wereldwijde bbp, aan schuld uitstaat waar rente over moet worden betaald.
Gewoonlijk volgen economische cycli een bekend patroon. Een (snelle) stijging van de inflatie wordt opgevolgd door renteverhogingen van centrale banken, wat kan leiden tot koersdalingen op de beurs en uiteindelijk ook tot een economische recessie, omdat de economie tot stilstand komt. Dat is althans hoe het ‘normaal gesproken’ gaat. Deze keer lijkt het echter anders te gaan.
We zien opmerkelijke ontkoppelingen van klassieke correlaties en nieuwe, ongewone correlaties. Een opvallend voorbeeld is dat de sterke stijging van de rentes van centrale banken samengaat met stijgende aandelenkoersen. Normaal gesproken zouden de renteverhogingen namelijk moeten leiden tot dalende aandelenkoersen, omdat de bedrijfsvooruitzichten minder worden: lenen wordt duurder, de kosten stijgen en zo wordt er minder winst gemaakt.
Maar het meest opvallende verschil in perceptie is echter te vinden tussen de obligatie- en aandelenkoersen. Op de obligatiemarkten zijn de kortetermijnrentes hoger dan de langetermijnrentes. Dit zorgt voor een negatieve rentecurve en duidt op een aankomende recessie. De flinke koersstijgingen van aandelen wijzen echter juist op economische groei. Deze twee ontwikkelingen spreken elkaar tegen en richting is daarom ver te zoeken.
Voor richting kunnen we wel kijken naar de gevolgen van de renteverhogingen van centrale banken. Doorgaans duurt het ongeveer een jaar voordat renteverhogingen echt effect hebben, waardoor we nu de eerste resultaten zouden moeten ervaren. Maar tot nu toe zijn de aandelenmarkten echter opmerkelijk veerkrachtig gebleken. Dit komt vooral dankzij de opleving in de techsector, maar ook economieën blijken sterker te zijn dan verwacht. Dit geeft hoop dat we deze keer een recessie kunnen vermijden, of dat de recessie, als die er wel gaat komen, mild zal zijn.
Een recessie heeft vaak een negatieve connotatie, maar is het wel zo erg? Het algemene streven van economen en beleidsmakers is natuurlijk om recessies te vermijden of te beperken, en duurzame economische groei en financiële stabiliteit te bevorderen. Een recessie leidt namelijk vaak tot een toename van werkloosheid, faillissementen en onzekerheid. Toch kan een recessie in bepaalde gevallen ook enkele positieve aspecten hebben. Het kan dienen als een correctiemechanisme om onevenwichtigheden in de economie aan te pakken en deze weer in balans te brengen. Bovendien stimuleert het vaak innovatie en herstructurering binnen bedrijven, wat kan leiden tot efficiëntere werkwijzen en nieuwe bedrijfsmodellen. Een recessie kan dus ook voordelen met zich meebrengen.
Analisten voorspellen dat bedrijven in de tweede helft van dit jaar nog steeds winst zullen maken en de hoop bestaat onder beleggers dat centrale banken in 2024 het monetaire beleid zullen versoepelen. Wanneer de stijgende rentes hun werk doen of hebben gedaan, kan de druk wat meer van de ketel, waardoor de economie weer verder aangejaagd wordt. Bovendien zien we weinig urgentie bij overheden om iets te doen aan de aanzienlijke toename van de staatsschulden en blijft men geld in grote hoeveelheden uitgeven. Kijk bijvoorbeeld maar naar het Amerikaanse schuldenplafond, dat ook dit jaar verder is verhoogd, waarna de Amerikaanse staatsschuld in één maand, met $851 miljard toenam.
Het blijft al met al een uitzonderlijke situatie waarbij niemand precies kan vertellen wat ons te wachten staat en wat de consequenties zullen zijn van een eventuele recessie.
Amerikaanse staatsschuld blijft maar toenemen
Vorig jaar werd gekenmerkt door toenemende geopolitieke spanningen wereldwijd. De inval van Rusland in Oekraïne schokte de wereld, terwijl er ook conflicten in het Midden-Oosten woedden. Daarnaast bleef de handelsoorlog tussen China en de Verenigde Staten voor voortdurende spanning zorgen.
In de eerste helft van dit jaar is er weinig vooruitgang geboekt op geopolitiek vlak. Rusland en Oekraïne blijven elkaar dagelijks bestrijden zonder veel vooruitgang te boeken. De soap rondom Wagner, het Russische huurlingenleger dat naar Moskou marcheerde, toont de chaos binnen de Russische militaire rangen. Oekraïne kan echter ook maar weinig terrein terugwinnen, wat erop lijkt te wijzen dat de oorlog nog lang zal voortduren en voor onzekerheid zal zorgen.
Daarnaast zal de relatie tussen China en de Verenigde Staten verder worden getest. Hoewel er tekenen zijn van de wil om een betere relatie op te bouwen, provoceren beide grootmachten elkaar nog steeds. Zo werd een Chinese spionageballon door de Verenigde Staten neergehaald en noemde de Amerikaanse president Joe Biden de Chinese president Xi Jinping onlangs nog een dictator.
Het meest recente hoofdstuk in de handelsoorlog tussen beide landen is de strijd op technologisch gebied. China wordt steeds sterker op dit vlak, waardoor de Verenigde Staten de uitvoer van technologie naar China sterk wil beperken. Ook vanuit Europa
Een van de speerpunten in deze oorlog is dan ook de Nederlandse chipfabrikant ASML. Het bedrijf mag zijn modernste machines niet meer aan China verkopen, en vanaf september geldt dit ook voor minder moderne machines. De regering-Biden wil op deze manier voorkomen dat China zijn eigen chipindustrie verder ontwikkelt en technologische vooruitgang blijft boeken.
Als gevolg van deze strijd zet ook de trend van deglobalisering door. De coronacrisis liet al zien dat productieketens gevoelig waren voor plotselinge verstoringen, en met name Westerse bedrijven waren te afhankelijk geworden van China en de Chinese productie. Hierdoor groeide de trend om meer te investeren in productiefaciliteiten dichter bij huis. Onder druk van technologische ontwikkelingen zijn Westerse landen nu ook actief bezig met het investeren in technologische bedrijven als chipfabrikanten, om zo fabrieken in Westerse landen te openen. Er staan grote belangen op het spel, en ook zeker in de tweede helft van het jaar zijn dat belangen om rekening mee te houden.
De resultaten die in de eerste helft van 2023 zijn behaald, smaken naar meer. Maar het is belangrijk om je niet blind te staren op de reeds behaalde rendementen. De kans dat het in het tweede helft van het jaar minder gaat op de beurs is en blijft natuurlijk aanwezig. Zeker als de economie verder afremt en de Artificial Intelligence-hype af zou nemen.
Daarnaast kijken we naar de inflatieontwikkeling en het antwoord daarop van centrale banken, de economische cijfers, de bedrijfswinsten en de ontwikkeling op het gebied van de geopolitieke situaties voor een realistische verwachting.
Als positieve ontwikkelingen de overhand nemen, kan de beurs verder stijgen en van heel 2023 een mooi beleggingsjaar maken. Wil de inflatie echter maar niet afnemen? Dan is een koersdip reëel.
Ongeacht wat het beursjaar ons nog gaat brengen, vinden wij het slim om periodiek te blijven beleggen voor de lange termijn. Op deze manier ben je minder afhankelijk van korte termijn grillen van de beurs, en spreid je de risico’s die je loopt.
Op de ontwikkelingen op de beurs heb je geen invloed, maar wel hoe je als belegger zelf met die ontwikkelingen omgaat.
Koen dompelt zich graag helemaal onder in de wereld van beleggen. Als analist schrijft hij voor Semmie over de marktontwikkelingen. Maar het liefste is hij bezig met het optimaliseren van onze modelportefeuilles.
Wij beleggen voor jou. Met helder inzicht in onze beleggingskeuzes, één duidelijke fee en eerlijk rendement.
Hoe werkt het