Hoeveel macht heeft de particuliere belegger?

Door Thomas van der Lee op 14 april 2023, leestijd: 5 minuten

Het aantal particuliere beleggers groeit al jaren gestaag. Inmiddels zijn er in Nederland zelfs bijna twee miljoen huishoudens die beleggen. Ondanks dat dit een enorm aantal is, is de macht die je als particuliere belegger hebt op de beurs niet heel groot. Dat komt omdat er rekening gehouden moet worden met een tweede groep beleggers: de institutionele belegger.

In het kort:
  • Het aantal particuliere beleggers is de afgelopen jaren flink gestegen. In Nederland beleggen inmiddels bijna 2 miljoen huishoudens;
  • Particuliere beleggers hebben ongeveer 25% van de aandelenmarkt in handen, institutionele professionele beleggers de overige 75%;
  • Ondanks dat de macht van de particuliere belegger niet groot is, kan deze wel macht uitoefenen. Vooral als ze in grote getalen in actie komen.

De opkomst van de particuliere belegger

De laatste jaren was er sprake van een grote opkomst van particuliere beleggers op de financiële markten. Dankzij de gemakkelijke toegang tot informatie én beleggingsmogelijkheden, kunnen particuliere beleggers nu beleggen op een manier die voorheen alleen mogelijk was voor professionele beleggers.

Daarnaast speelt het economische en maatschappelijke klimaat een belangrijke rol. De rentes waren lange tijd extreem laag, waardoor spaargeld lange tijd weinig tot niets opbracht. Om toch een mooi rendement te kunnen behalen, besloten veel particulieren om te beginnen met beleggen.

De coronacrisis was bovendien een ideaal instapmoment om je eerste stappen te zetten in de wereld van het beleggen. De koersen waren in korte tijd namelijk flink gedaald en dat zorgde voor een mooi instapmoment voor de beginnende belegger.

Die opkomst is ook in Nederlandse cijfers terug te zien. Inmiddels beleggen zo’n 1,91 miljoen Nederlandse huishoudens. Dat lijkt veel, maar Nederland kent zo’n 8,1 miljoen huishoudens. Daardoor belegt slechts 23,5% van de Nederlandse bevolking.

Ontwikkeling aantal beleggende huishoudens in Nederland

Jaar: Aantal beleggende huishoudens:
2015 1,1 miljoen
2016 1,2 miljoen
2017 1,3 miljoen
2018 1,4 miljoen
2019 1,5 miljoen
2020 1,75 miljoen
2021 1,96 miljoen
2022 1,91 miljoen

Twee typen beleggers

De particuliere belegger neemt in aantallen toe en legt daardoor ook meer geld in op de beurs. Maar het is niet enkel de particuliere belegger die belegt. Er is nog een tweede groep beleggers: de institutionele professionele belegger. En die heeft veel macht.

Particuliere beleggers zijn mensen die hun eigen geld investeren. Dit kan iedereen zijn: jijzelf, maar bijvoorbeeld ook de buurman. Dit type belegger investeert geld op basis van hun persoonlijke financiële doelen en risicobereidheid, en wenst zo een mooi rendement te behalen.

Daartegenover staat de institutionele belegger. Institutionele beleggers zijn organisaties die geld beleggen namens anderen. Dit kunnen bijvoorbeeld pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, beleggingsfondsen en staatsfondsen zijn. Het geld dat ze beheren is afkomstig van particulieren of van bedrijven en overheidsinstanties die pensioenen, verzekeringen of andere financiële producten aanbieden.

In tegenstelling tot particuliere beleggers hebben institutionele beleggers vaak grote sommen geld tot hun beschikking om te beleggen. Zo bedroeg het belegd vermogen van Nederlandse verzekeraars en pensioenfondsen eind 2020 maar liefst 2.112 miljard euro.

Dit betekent dat institutionele beleggers in staat zijn om grote hoeveelheden aandelen, obligaties en andere effecten te kopen en te verkopen. Hierdoor heeft hun gedrag ook vaak meer invloed op de koersontwikkelingen dan dat het gedrag van particuliere beleggers heeft.

Institutionele beleggers hebben doorgaans ook een langere beleggingshorizon dan particuliere beleggers. Dit betekent dat ze zich minder richten op korte termijn winsten en meer op lange termijn rendementen. Hierdoor zijn ze in staat om meer risico te nemen en te investeren in minder bekende markten of bedrijven.

Een ander belangrijk kenmerk van institutionele beleggers is dat ze vaak bepaalde regelgeving en richtlijnen moeten volgen. Zo zijn bijvoorbeeld pensioenfondsen en verzekeringsmaatschappijen wettelijk verplicht om hun beleggingen te diversifiëren en een bepaalde mate van veiligheid te waarborgen. Ook kan het zijn dat ze verplicht een bepaalde mate van duurzaamheid in hun beleggingsstrategie aan moeten houden. Ze selecteren dan bijvoorbeeld bedrijven die duurzamer opereren dan hun concurrenten en vermijden bedrijven die op een niet-duurzame manier actief zijn.

Particuliere beleggers vs. institutionele beleggers

Het percentage particuliere beleggers ten opzichte van institutionele beleggers kan variëren afhankelijk van de markt en de belegging die wordt verhandeld. Maar over het algemeen vormen particuliere beleggers een kleiner percentage van de totale markt in vergelijking met institutionele beleggers.

In de Amerikaanse aandelenmarkt bijvoorbeeld, vormen particuliere beleggers ongeveer 20-25% van de totale markt, terwijl institutionele beleggers de resterende 75-80% vormen.

In de obligatiemarkt zien we zowel in de Verenigde Staten als in Europa een nog groter verschil. Volgens gegevens van de European Securities and Markets Authority (ESMA) bestaat het grootste deel van de obligatiemarkt in de Europese Unie uit institutionele beleggers, zoals pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen en beleggingsfondsen. In 2020 was ongeveer 84% van de totale markt in handen van institutionele beleggers. Dit komt neer op ongeveer 12,5 biljoen euro aan obligaties.

Particuliere beleggers hebben daarentegen een relatief klein aandeel in de obligatiemarkt. In 2020 bezaten particuliere beleggers slechts 16% van de obligaties uitgegeven in de Europese Unie, wat neerkomt op ongeveer 2,4 biljoen euro aan obligaties. Dit komt voornamelijk doordat institutionele beleggers meer financiële middelen hebben en dus in staat zijn om grotere hoeveelheden obligaties te kopen dan particuliere beleggers kunnen. Ook hebben ze toegang tot meerdere typen obligaties.

Hoeveel macht heeft de particuliere belegger dan eigenlijk?

Ondanks dat particuliere beleggers flink minder beleggen dan de grote institutionele beleggers, kunnen ze wel macht hebben en invloed uitoefenen. Dat kan op verschillende manieren. Allereerst kunnen ze in grote aantallen gezamenlijk in actie komen. Hun gedrag kan de vraag of het aanbod van een belegging beïnvloeden, wat kan leiden tot prijsbewegingen. Dit gebeurde recent bij enkele meme-stocks.

Wanneer veel particuliere beleggers besluiten om een bepaalde belegging te kopen, leidt dit tot een toename van de vraag naar die aandelen en dus tot een stijging van de prijs. Dit kan op zijn beurt andere beleggers aantrekken die willen profiteren van het positieve sentiment dat er heerst, wat de prijs verder kan opdrijven.

Aan de andere kant kunnen grote verkopen van particuliere beleggers de prijzen van beleggingen drukken. Wanneer veel particuliere beleggers tegelijkertijd besluiten om hun beleggingen te verkopen, kan dit leiden tot een overaanbod van die beleggingen en dus tot een daling van de prijs. Dit is de logische uitkomst van het spel van vraag en aanbod.

Het is trouwens zelfs mogelijk om als particuliere belegger alleen de beurs te beïnvloeden. Maar dan moet je over het algemeen wel een flinke portemonnee hebben. Deze particuliere beleggers worden ook wel walvissen (whales) genoemd en kunnen met hun gedrag (flinke) koersontwikkelingen teweegbrengen. Ze betreden namelijk de markt en kopen een meerderheid van de beschikbare posities op om het aanbod te beperken. Zo drijven ze de koers op. Andere beleggers merken de koersstijging op en springen aan boord. Wanneer de whale het gevoel heeft dat de koers genoeg is gestegen, zal hij proberen om zijn posities te sluiten, en zodoende te cashen. Vervolgens is er wel een grote kans dat de koers instort en de overige beleggers op verlies komen te staan.

Daarnaast geeft het bezitten van aandelen je de kans om een aandeelhoudersvergadering bij te wonen, zelfs als je maar één aandeel van dat bedrijf in bezit hebt. Eén keer per jaar wordt namelijk de aandeelhoudersvergadering van een beursgenoteerd bedrijf gehouden. Dan kunnen de aandeelhouders, de eigenaren van het bedrijf, aangeven of ze het met het gevoerde beleid en de plannen voor de toekomst eens zijn. Als aandeelhouder kan je dan vaak voor of tegen de plannen stemmen en eventueel vragen stellen om zo mogelijk invloed uit te oefenen. Al moet je je ook hierbij realiseren dat je macht minimaal is. Elk aandeel representeert slechts een stem, en grote bedrijven hebben al gauw miljoenen aandelen uitstaan. Ook hier geldt dus: hoe groter het aantal, hoe meer macht.