De rentestanden bevinden zich al jaren op een bijzonder laag niveau. Waar je dat meteen terugziet is op je spaarrekening. Een rente van 0,01% op je spaargeld is tegenwoordig namelijk eerder regel dan uitzondering. Maar ook als je een hypotheek afsluit krijg je te maken met rentes. Een lage rente bij het afsluiten van een hypotheek is dan wel weer gunstig.
Maar niet alleen in ons dagelijkse leven speelt rente een belangrijke rol, dat doet het ook op de financiële markten. Het is namelijk (indirect) van invloed op de aandelen- en obligatiekoersen. Nu is het zo dat na jaren van dalingen de rente lijkt te zijn begonnen aan een opmars, en zodoende gaat stijgen. Maar vaak wordt gezegd dat een stijgende rente slecht is voor de beurs. Waarom dat precies is, en of dat het geval is, zochten we voor je uit.
Laten we beginnen bij het begin. Rente is de vergoeding die wordt ontvangen voor het uitlenen van geld en die betaald wordt door degene die het geld leent. Zo ontvang je rente van de bank op je spaargeld, maar ontvang je ook rente als je belegt in obligaties.
Rente heeft 3 functies:
De rente weerspiegelt de kosten van het lenen van geld en vormt een cruciaal onderdeel van het economisch systeem. In veel landen is er sprake van een basisrente (deze wordt ook wel refirente genoemd). De basisrente is het tarief waartegen de centrale bank van het land (of regio) aan andere (retail)banken leent. Als die rente bijvoorbeeld 0,05% bedraagt, dan kan ING of de Rabobank voor 0,05% rente geld lenen van de Europese Centrale Bank (ECB).
Een centrale bank verhoogt en verlaagt dit tarief als reactie op economische omstandigheden. Als de economie snel groeit of de inflatie te hoog is, kan de centrale bank de rente verhogen. Dit leidt er op zijn beurt vaak toe dat retailbanken de rentetarieven waartegen ze lenen verhogen, waardoor de kosten van leningen stijgen.
Als de rente stijgt wordt het duurder om te lenen. Daardoor denken mensen en bedrijven wel 2 keer voordat ze een lening afsluiten. Hierdoor is er minder geld beschikbaar om goederen te kopen en om te investeren waardoor de economie minder snel zal groeien
Maar doordat de rente stijgt wordt het ook aantrekkelijker om te sparen, je krijgt immers meer rente op het geld dat op je spaarrekening staat.
Aan de andere kant, als de economie vertraagt, kan de centrale bank de basisrente verlagen. Op hun beurt kunnen retailbanken hun tarieven verlagen, waardoor het aantrekkelijker wordt om geld te lenen en uit te geven, maar minder aantrekkelijk om het te sparen.
De ontwikkeling van de rente wordt voor een groot deel bepaald door de ontwikkeling van de inflatie. Inflatie tast namelijk de koopkracht van geld aan zodat iemand die geld uitleent aan een ander een vergoeding zal wensen voor deze geldontwaarding. Wanneer er een stijging van de inflatie wordt verwacht, zal de rente normaal gesproken op spaarrekeningen, hypotheken en (consumenten)leningen ook hoger worden om de geldgever te compenseren voor deze stijgende inflatie.
De samenhang tussen inflatie en rente werkt ook andersom. Wanneer de rentes stijgen, wordt het duurder om geld te lenen waardoor mensen minder geld te besteden hebben. Doordat men minder uitgeeft wordt de economie afgeremd en de prijzen stijgen minder snel (of dalen zelfs). Wanneer de rente daalt krijg de economie weer een boost. Mensen en bedrijven kunnen goedkoper lenen en prijzen zullen daardoor weer stijgen. Het spel tussen rente en inflatie is er een die door centrale banken als de ECB veelvuldig wordt gespeeld. De rente werkt in dit geval als een gas- en rempedaal voor de economie.
Wanneer centrale banken de refirente verhogen, heeft dit geen directe invloed op de aandelenmarkt. De enige directe impact is dat geld lenen bij centrale banken duurder wordt voor commerciële banken. Als particulier een lening afsluiten bij een commerciële bank zal daardoor ook duurder worden.
Zo spreiden de gevolgen zich als een olievlek uit. Want als commerciële banken hun tarieven om te lenen verhogen wordt het voor consumenten ook duurder om geld te lenen. Variabele hypotheekrentetarieven zullen omhoog gaan, maar ook de rente op rood staan. Wanneer voor consumenten de rente stijgt kunnen ze minder geld uitgeven en zullen ze minder snel een lening afsluiten. Wanneer er minder geld beschikbaar is wordt er natuurlijk ook minder gekocht. Daardoor nemen de inkomsten en winsten van bedrijven af.
Bedrijven worden niet alleen indirect beïnvloed (door een daling van de consumentenbestedingen). Ze worden ook rechtstreeks beïnvloed omdat ze ook geld lenen van banken om hun bedrijfsactiviteiten te runnen en verder te ontwikkelen. Wanneer de banken het lenen duurder maakt, lenen bedrijven mogelijk minder en betalen ze een hogere rente over hun leningen. Minder bedrijfsuitgaven kunnen de groei van een bedrijf vertragen: investeringen en uitbreidingsplannen gaan de koelkast in. Of het leidt zelfs tot bezuinigingen. Een hogere rente zorgt er daarnaast voor dat er een hogere prijs moet worden betaald voor een lening. Hogere kosten zorgt voor een daling van de winst, wat voor een beursgenoteerd bedrijf meestal de aandelenkoers negatief beïnvloedt.
Daalt de rente dan gaan consumenten meer uitgeven, omdat de lagere rentetarieven hen het gevoel geven dat ze het zich misschien eindelijk kunnen veroorloven om dat nieuwe huis te kopen of een andere grote uitgave te doen. Bedrijven zullen profiteren van de mogelijkheid om activiteiten, overnames en uitbreidingen tegen een goedkoper tarief te financieren, waardoor hun toekomstige inkomstenpotentieel toeneemt. Dit leidt op zijn beurt tot hogere aandelenkoersen.
Een obligatie is simpel gezegd een lening. Dat kan een lening aan een land zijn – denk aan Nederlandse staatsobligaties, maar dat kan ook een lening aan een bedrijf zijn – een bedrijfsobligatie. Overheden en ondernemingen gebruiken het geld dat ze ophalen met het uitgeven van obligaties om te investeren: bijvoorbeeld in spoorwegen of in machines.
Als vergoeding voor de lening krijgt een obligatiehouder een rente, de zogeheten couponrente. Vaak wordt gedacht dat een stijgende rente een positief effect heeft op obligaties. Dit komt omdat de couponrente (de rente waar je recht op hebt wanneer je een obligatie koopt), ook meestijgt.
Maar er speelt meer. Want obligaties kunnen net als aandelen verhandeld worden. En daardoor kunnen ze in waarde stijgen en dalen. Dat is opmerkelijk aangezien de waarde van de lening al vast staat en je weet welke couponrente je ontvangt. Hoe kan de prijs dan toch schommelen?
Dat hangt namelijk af van de rente. Als de rente stijgt, dan daalt de koers van een obligatie en andersom. Dat wordt veroorzaakt door het feit dat bij een stijgende rente er nieuwe obligaties op de markt komen die meer rendement (in de vorm van couponrente) opleveren.
Daarmee worden huidige obligaties, die dus eerder op een lagere rente zijn afgesloten, minder interessant: die koersen dalen.
Elke obligatie heeft namelijk een eigen looptijd. De looptijd geeft aan hoelang het duurt voordat de lening wordt terugbetaald. Er zijn leningen met een looptijd van een dag of een aantal maanden, maar er zijn ook leningen van 5, 10 of 20 jaar. Meestal is het zo dat hoe langer de lening loopt hoe meer rente er betaald wordt door het bedrijf of land aan wie de lening wordt verstrekt. Want: hoe verder weg het aflossingstijdstip ligt, hoe groter de onzekerheid of de lening wel kan worden afgelost.
Als jij een obligatie koopt voor €1.000 met een looptijd van 5 jaar tegen 5% rente, dan ontvang je jaarlijks €50 aan rente. Maar wat nu als de ECB de economie wil laten afkoelen en de rente verhoogt naar 10%? Dat heeft invloed op jouw obligatie en nieuwe obligaties die uitgegeven gaan worden. De koers van je obligatie zal dan behoorlijk dalen. Obligaties die opnieuw uitgegeven worden geven namelijk 2 keer zoveel couponrente.
Dat zit namelijk zo: nieuwe beleggers hoeven maar €500 uit te geven om die €50 rente per jaar te ontvangen. Het komt erop neer dat een obligatie met een couponrente van 5% die €500 waard is, hetzelfde rendement oplevert als een obligatie van €1.000 die 10% waard is.
Het risico dat je als belegger loopt dat een obligatie minder waard wordt als de rente stijgt noemen we het renterisico.
Als de rente daalt van 5% naar 2,5% geld het omgekeerde. De koers van obligatie zal flink gaan stijgen. Nieuwe obligaties zullen vanwege de nieuwe rente nog maar 2,5% couponrente geven. Dat maakt de obligatie die jij in je bezit hebt aantrekkelijker. Jij ontvangt namelijk nog steeds 5% couponrente terwijl nieuwe obligaties het met minder moeten doen. Wil een nieuwe belegger €50 per jaar moeten ontvangen, dan zal hij voor €2.000 aan obligaties moeten kopen.
Omdat jouw obligatie voor een lagere investering hetzelfde oplevert groeit zijn waarde. Wel is het belangrijk de looptijd in de gaten te houden. De koersstijging zal bij een kortlopende lening minder groot zijn dan bij een lening die nog 20 jaar loopt. Bij een langlopende lening kan je namelijk langer profiteren van je rentevoorsprong.
De rente bevindt zich al een tijd op een historisch laag niveau, maar nu lijkt deze toch te zijn begonnen aan een inhaalslag. De economie is begonnen aan een herstel en grote beleggers lijken voor te sorteren op een afbouw van de steunmaatregelen van de centrale banken. Maar dat is nog toekomstmuziek. De huidige rentestanden zijn op absoluut niveau nog steeds laag en daardoor blijft lenen goedkoop. Zo blijft de economie aangezwengeld worden.
Maar de stijgende rente beïnvloedt zowel de koersen van aandelen als bestaande obligaties, en niet positief. Zo hebben we de afgelopen dagen gezien. Maar daar staat tegenover dat bij een sterke economie bedrijven zelf goede resultaten neer kunnen zetten. Een hogere winstverwachting is natuurlijk wel gunstig voor aandelenkoersen en ook nieuw uitgegeven obligaties worden aantrekkelijker. Al met al worden het interessante tijden!
Thomas verdiept zich graag in ingewikkelde beleggingsmaterie. Door zijn creativiteit kan hij een verhaal altijd op de Semmie-manier overbrengen op de lezer: helder, toegankelijk en to-the-point.
Wij beleggen voor jou. Met helder inzicht in onze beleggingskeuzes, één duidelijke fee en eerlijk rendement.
Hoe werkt het