Welke invloed heeft een (stijgende) rente op financiële markten?

Door Thomas van der Lee op 25 februari 2021, leestijd: 7 minuten

Na jarenlang historisch laag te zijn geweest, is de rente de afgelopen jaren gestegen naar iets hogere niveaus. De stijgende rente heeft niet alleen invloed op leningen zoals je hypotheek, maar ook op de financiële markten.

In het kort:
  1. De rentestanden zijn al jaren laag, wat zowel invloed heeft op spaargeld als hypotheken, met lage hypotheekrentes als een voordeel.
  2. Rente speelt een cruciale rol in de economie en financiële markten, waarbij stijgende rentes lenen duurder maken en sparen aantrekkelijker, wat de economische groei kan beïnvloeden.
  3. Stijgende rentes kunnen aandelenkoersen negatief beïnvloeden doordat bedrijven hogere leenkosten hebben, terwijl obligatiekoersen dalen omdat nieuwe obligaties aantrekkelijkere rendementen bieden.

Niet alleen in ons dagelijkse leven speelt rente een belangrijke rol, dat doet het ook op de financiële markten. Het is namelijk (indirect) van invloed op de aandelen- en obligatiekoersen. Nu is het zo dat na jaren van dalingen de rente is op een wat normale niveau is beland. Vaak wordt gezegd dat een stijgende rente slecht is voor de beurs. Waarom dat precies is, en of dat het geval is, zochten we voor je uit.

Wat is rente?

Laten we beginnen bij het begin. Rente is de vergoeding die wordt ontvangen voor het uitlenen van geld en die betaald wordt door degene die het geld leent. Zo ontvang je rente van de bank op je spaargeld, maar ontvang je ook rente als je belegt in obligaties.

Rente heeft 3 functies:

  • Als eerste kan je rente zien als een vergoeding aan de uitlener voor het beschikking stellen van zijn geld. Je leent het geld uit en je loopt daarbij een risico (hoe klein die soms ook is). En voor de vergoeding van dat risico betaalt de lener rente.
  • De tweede functie is ter ontmoediging van een te late betaling. Hoe langer je wacht met een betaling des te hoger de schuld wordt vanwege de oplopende rente. Zo kennen creditcards vaak een hoge rente als je over je limiet heen gaat (tot wel 15% per jaar).
  • Als laatste compenseert de rente de inflatie gedurende de looptijd van de lening. Inflatie is het duurder worden van producten of diensten. In de tijd dat jij je geld uitleent, kan jij het niet gebruiken, terwijl de prijzen van producten of diensten wel stijgen. Daardoor kun je aan het einde van de lening minder voor hetzelfde geld kopen als toen je de lening afsloot. Om dit verschil op te vangen wordt vaak ook rente betaald.

Wie of wat bepaalt de rente?

De rente weerspiegelt de kosten van het lenen van geld en vormt een cruciaal onderdeel van het economisch systeem. In veel landen is er sprake van een basisrente (deze wordt ook wel refirente genoemd). De basisrente is het tarief waartegen de centrale bank van het land (of regio) aan andere (retail)banken leent. Als die rente bijvoorbeeld 0,05% bedraagt, dan kan ING of de Rabobank voor 0,05% rente geld lenen van de Europese Centrale Bank (ECB).

Een centrale bank verhoogt en verlaagt dit tarief als reactie op economische omstandigheden. Als de economie snel groeit of de inflatie te hoog is, kan de centrale bank de rente verhogen. Dit leidt er op zijn beurt vaak toe dat retailbanken de rentetarieven waartegen ze lenen verhogen, waardoor de kosten van leningen stijgen.

Als de rente stijgt wordt het duurder om te lenen. Daardoor denken mensen en bedrijven wel 2 keer voordat ze een lening afsluiten. Hierdoor is er minder geld beschikbaar om goederen te kopen en om te investeren waardoor de economie minder snel zal groeien

Maar doordat de rente stijgt wordt het ook aantrekkelijker om te sparen, je krijgt immers meer rente op het geld dat op je spaarrekening staat.

Aan de andere kant, als de economie vertraagt, kan de centrale bank de basisrente verlagen. Op hun beurt kunnen retailbanken hun tarieven verlagen, waardoor het aantrekkelijker wordt om geld te lenen en uit te geven, maar minder aantrekkelijk om het te sparen.

Het spel tussen rente en inflatie

De ontwikkeling van de rente wordt voor een groot deel bepaald door de ontwikkeling van de inflatie. Inflatie tast namelijk de koopkracht van geld aan zodat iemand die geld uitleent aan een ander een vergoeding zal wensen voor deze geldontwaarding. Wanneer er een stijging van de inflatie wordt verwacht, zal de rente normaal gesproken op spaarrekeningen, hypotheken en (consumenten)leningen ook hoger worden om de geldgever te compenseren voor deze stijgende inflatie.

De samenhang tussen inflatie en rente werkt ook andersom. Wanneer de rentes stijgen, wordt het duurder om geld te lenen waardoor mensen minder geld te besteden hebben. Doordat men minder uitgeeft wordt de economie afgeremd en de prijzen stijgen minder snel (of dalen zelfs). Wanneer de rente daalt krijg de economie weer een boost. Mensen en bedrijven kunnen goedkoper lenen en prijzen zullen daardoor weer stijgen. Het spel tussen rente en inflatie is er een die door centrale banken als de ECB veelvuldig wordt gespeeld. De rente werkt in dit geval als een gas- en rempedaal voor de economie.

De invloed van rente op aandelen

Wanneer centrale banken de refirente verhogen, heeft dit geen directe invloed op de aandelenmarkt. De enige directe impact is dat geld lenen bij centrale banken duurder wordt voor commerciële banken. Als particulier een lening afsluiten bij een commerciële bank zal daardoor ook duurder worden.

Zo spreiden de gevolgen zich als een olievlek uit. Want als commerciële banken hun tarieven om te lenen verhogen wordt het voor consumenten ook duurder om geld te lenen. Variabele hypotheekrentetarieven zullen omhoog gaan, maar ook de rente op rood staan. Wanneer voor consumenten de rente stijgt kunnen ze minder geld uitgeven en zullen ze minder snel een lening afsluiten. Wanneer er minder geld beschikbaar is wordt er natuurlijk ook minder gekocht. Daardoor nemen de inkomsten en winsten van bedrijven af.

Bedrijven worden niet alleen indirect beïnvloed (door een daling van de consumentenbestedingen). Ze worden ook rechtstreeks beïnvloed omdat ze ook geld lenen van banken om hun bedrijfsactiviteiten te runnen en verder te ontwikkelen. Wanneer de banken het lenen duurder maakt, lenen bedrijven mogelijk minder en betalen ze een hogere rente over hun leningen. Minder bedrijfsuitgaven kunnen de groei van een bedrijf vertragen: investeringen en uitbreidingsplannen gaan de koelkast in. Of het leidt zelfs tot bezuinigingen. Een hogere rente zorgt er daarnaast voor dat er een hogere prijs moet worden betaald voor een lening. Hogere kosten zorgt voor een daling van de winst, wat voor een beursgenoteerd bedrijf meestal de aandelenkoers negatief beïnvloedt.

Daalt de rente dan gaan consumenten meer uitgeven, omdat de lagere rentetarieven hen het gevoel geven dat ze het zich misschien eindelijk kunnen veroorloven om dat nieuwe huis te kopen of een andere grote uitgave te doen. Bedrijven zullen profiteren van de mogelijkheid om activiteiten, overnames en uitbreidingen tegen een goedkoper tarief te financieren, waardoor hun toekomstige inkomstenpotentieel toeneemt. Dit leidt op zijn beurt tot hogere aandelenkoersen.

De invloed van rente op obligaties

Een obligatie is simpel gezegd een lening. Dat kan een lening aan een land zijn – denk aan Nederlandse staatsobligaties, maar dat kan ook een lening aan een bedrijf zijn – een bedrijfsobligatie. Overheden en ondernemingen gebruiken het geld dat ze ophalen met het uitgeven van obligaties om te investeren: bijvoorbeeld in spoorwegen of in machines.

Als vergoeding voor de lening krijgt een obligatiehouder een rente, de zogeheten couponrente. Vaak wordt gedacht dat een stijgende rente een positief effect heeft op obligaties. Dit komt omdat de couponrente (de rente waar je recht op hebt wanneer je een obligatie koopt), ook meestijgt.

Maar er speelt meer. Want obligaties kunnen net als aandelen verhandeld worden. En daardoor kunnen ze in waarde stijgen en dalen. Dat is opmerkelijk aangezien de waarde van de lening al vast staat en je weet welke couponrente je ontvangt. Hoe kan de prijs dan toch schommelen?

Dat hangt namelijk af van de rente. Als de rente stijgt, dan daalt de koers van een obligatie en andersom. Dat wordt veroor­zaakt door het feit dat bij een stijgende rente er nieuwe obligaties op de markt komen die meer rendement (in de vorm van couponrente) opleveren.

Daarmee worden huidige obligaties, die dus eerder op een lagere rente zijn afgesloten, minder interessant: die koersen dalen.

De invloed van een stijgende rente op obligaties

Elke obligatie heeft namelijk een eigen looptijd. De looptijd geeft aan hoelang het duurt voordat de lening wordt terugbetaald. Er zijn leningen met een looptijd van een dag of een aantal maanden, maar er zijn ook leningen van 5, 10 of 20 jaar. Meestal is het zo dat hoe langer de lening loopt hoe meer rente er betaald wordt door het bedrijf of land aan wie de lening wordt verstrekt. Want: hoe verder weg het aflos­sings­tijdstip ligt, hoe groter de onzekerheid of de lening wel kan worden afgelost.

Als jij een obligatie koopt voor €1.000 met een looptijd van 5 jaar tegen 5% rente, dan ontvang je jaarlijks €50 aan rente. Maar wat nu als de ECB de economie wil laten afkoelen en de rente verhoogt naar 10%? Dat heeft invloed op jouw obligatie en nieuwe obligaties die uitgegeven gaan worden. De koers van je obligatie zal dan behoorlijk dalen. Obligaties die opnieuw uitgegeven worden geven namelijk 2 keer zoveel couponrente.

Dat zit namelijk zo: nieuwe beleggers hoeven maar €500 uit te geven om die €50 rente per jaar te ontvangen. Het komt erop neer dat een obligatie met een couponrente van 5% die €500 waard is, hetzelfde rendement oplevert als een obligatie van €1.000 die 10% waard is.

Het risico dat je als belegger loopt dat een obligatie minder waard wordt als de rente stijgt noemen we het renterisico.

De invloed van een dalende rente op obligaties

Als de rente daalt van 5% naar 2,5% geld het omgekeerde. De koers van obligatie zal flink gaan stijgen. Nieuwe obligaties zullen vanwege de nieuwe rente nog maar 2,5% couponrente geven. Dat maakt de obligatie die jij in je bezit hebt aantrekkelijker. Jij ontvangt namelijk nog steeds 5% couponrente terwijl nieuwe obligaties het met minder moeten doen. Wil een nieuwe belegger €50 per jaar moeten ontvangen, dan zal hij voor €2.000 aan obligaties moeten kopen.

Omdat jouw obligatie voor een lagere investering hetzelfde oplevert groeit zijn waarde. Wel is het belangrijk de looptijd in de gaten te houden. De koersstijging zal bij een kortlopende lening minder groot zijn dan bij een lening die nog 20 jaar loopt. Bij een langlopende lening kan je namelijk langer profiteren van je rentevoorsprong.

Wat staat ons te wachten qua rente?

De rente is begonnen aan een inhaalslag. De huidige rentestanden zijn op absoluut niveau nog steeds relatief laag en daardoor blijft lenen goedkoop. Zo blijft de economie aangezwengeld worden.

Maar de stijgende rente beïnvloedt zowel de koersen van aandelen als bestaande obligaties, en niet positief. Maar daar staat tegenover dat bij een sterke economie bedrijven zelf goede resultaten neer kunnen zetten. Een hogere winstverwachting is natuurlijk wel gunstig voor aandelenkoersen en ook nieuw uitgegeven obligaties worden aantrekkelijker.