Liever te veel dan te weinig

Door Koen Kersten op 1 september 2023, leestijd: 7 minuten

De impact van de vele renteverhogingen die centrale banken door hebben gevoerd, lijkt steeds duidelijker te worden: economieën ondervinden meer uitdagingen, beurzen deden een stapje terug en het vertrouwen onder beleggers neemt af. Het blijft onzeker hoe de situatie zich zal ontwikkelen. Centrale bankiers laten zich namelijk niet in de kaart kijken en voeren liever een renteverhoging te veel dan een te weinig door.

In het kort:
  • Beleggers keken uit naar de jaarlijkse bijeenkomt van centrale bankiers in het Amerikaanse Jackson Hole. Positief nieuws voor beurzen was er helaas niet: rentes blijven hoog en worden indien nog nodig verder verhoogd;
  • Duitsland, Europa’s grootste economie, bevindt zich in zwaar weer. Het land was ooit de motor van Europa, maar dreigt nu qua economische ontwikkeling achterop te raken bij de rest van Europa;
  • Ook China heeft het niet makkelijk, ondanks meervoudig ingrijpen van de regeringspartij. De belangrijkste oorzaken? De vastgoedmarkt, deflatie en de hoge jeugdwerkloosheid;
  • Semmie’s portefeuilles deden in augustus een stapje terug. Onzekerheid en onduidelijkheid zorgden ervoor dat beleggers terughoudender werden en dat de koersen afgelopen maand gemiddeld iets daalden.

Centrale bankiers laten zich niet in hun kaart kijken

Het overgrote deel van het jaar staat voor Jackson Hole in het teken van toerisme. Dit kleine stadje in Wyoming ligt aan de rand van het Yellowstone National Park en dient als een uitstekende uitvalsbasis voor avonturiers die willen genieten van de lokale natuur.

Eén keer per jaar wordt Jackson Hole echter overgenomen door centrale bankiers en economen. Ze komen niet samen om van de natuur te genieten, maar om te discussiëren over de stand van zaken wat betreft de wereldeconomie, en om financiële ontwikkelingen te bespreken.

Naar aanleiding van deze bijeenkomst werd het meest uitgekeken naar wat de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank, Jerome Powell, te melden heeft. Beleggers proberen aanwijzingen op te vangen over het beleid van de Fed, om er zo achter te komen wat ze kunnen verwachten in de nabije toekomst. Uiteindelijk heeft Powell veel gezegd, maar heeft hij zijn toekomstige beleidsplannen niet volledig onthuld.

De Fed is vastbesloten om de inflatie terug te brengen naar het streefcijfer van 2% en verkiest eerder voor een renteverhoging te veel dan voor een te weinig. Tijdens de bijeenkomst verklaarde Powell dat de Fed bereid blijft om de rente verder te verhogen en zelfs de monetaire injecties te verminderen, mocht dat nodig zijn. De inflatie is aan het afnemen, maar hij acht deze nog steeds te hoog. Hoewel hij tevreden is met de vorderingen, is er nog werk te verrichten om de inflatie op het gewenste niveau te krijgen. De Amerikaanse inflatie steeg in juli met 0,2% tot 3,2%, en ook de kerninflatie steeg tot 4,7%.

Als gevolg daarvan blijven beleggers zoeken naar richting, ook na de toespraak van Powell. Het is moeilijk te voorspellen hoe de inflatie zich zal ontwikkelen en hoe de Amerikaanse centrale bank zal reageren. De voortdurende vrees voor verdere renteverhogingen blijft de koersen onder druk zetten, hoewel de toespraak van Powell uiteindelijk voorzichtig positief werd ontvangen: de beurskoersen stegen lichtjes.

Niet alleen de voorzitter van de Amerikaanse centrale bank trok de aandacht, ook naar de voorzitter van de Europese Centrale Bank (ECB), Christine Lagarde, werd aandachtig geluisterd. Beleggers hoopten dat zij meer duidelijkheid kon verschaffen, maar ook Lagarde hield haar kaarten tegen de borst.

De ECB zal de rentetarieven “zo lang als nodig hoog houden” om de inflatie terug te brengen naar het streefcijfer van 2 procent, zo verklaarde Lagarde. Ze waarschuwde daarbij dat inflatie taai kan zijn door fundamentele veranderingen in de wereldeconomie. Deze veranderingen kunnen leiden tot meer schommelingen in inflatie en aanhoudende prijsdruk. Ze noemde flexibiliteit op de arbeidsmarkt, de overgang naar duurzame energie en groeiend protectionisme als voorbeelden van deze veranderingen.

Lagarde benadrukte dat deze verschuivingen mogelijk kunnen leiden tot grotere prijsschommelingen dan we gewend waren vóór de coronapandemie. Ze merkte op dat het nog niet duidelijk is of al deze veranderingen permanent zijn, maar dat hun effecten vaak langer aanhouden dan verwacht. Hoewel Lagarde vasthoudt aan de belofte om de inflatie op de middellange termijn op 2 procent te houden, heeft ze geen directe hints gegeven over of de ECB in september voor de tiende opeenvolgende keer de rente zal verhogen of een pauze zal nemen. Dat is dus afwachten.

Verenigde Staten geen ‘ultraveilige belegging’ meer

De Verenigde Staten worden niet langer gekenmerkt als een ultraveilige belegging. Kredietbeoordelaar Fitch heeft namelijk zijn beoordeling van de kredietwaardigheid van de VS naar beneden herzien. In plaats van het hoogst mogelijke cijfer (AAA), wat landen als Nederland, Duitsland, en Australië hebben, hebben ze nu een iets lager cijfer (AA+).

Fitch kredietratings: hoe groener, hoe veiliger

Deze ‘downgrade’ impliceert dat als je geld uitleent aan de Verenigde Staten, je nu een iets groter risico loopt dat ze het geleende geld samen met de rente niet op tijd terugbetalen.

Kredietbeoordelaar Fitch maakt een onafhankelijke inschatting van de financiële gezondheid van overheden en bedrijven die financiering zoeken. Op basis van deze inschatting kunnen beleggers beoordelen hoe groot de kans is dat ze het uitgeleende geld daadwerkelijk terugkrijgen. Een lagere beoordeling resulteert in een hogere rente die beleggers zullen eisen om hun geld uit te lenen, omdat het risico hoger is dat ze het geld niet terugkrijgen.

De reden achter de bijstelling van de kredietwaardigheid van de VS is het toenemende politieke tumult in de VS, de groeiende schuldenlast van het land en een zorgwekkend financieel perspectief voor de Amerikaanse overheid. De nationale schuld blijft gestaag toenemen en het geschil tussen de Democraten en Republikeinen met betrekking tot het verhogen van het schuldenplafond draagt niet bij aan stabiliteit.

In juni van dit jaar dreigde het zelfs dat er geen overeenstemming zou komen over het schuldenplafond, wat had betekend dat de VS hun schulden niet konden afbetalen. Maar op het laatste moment werd dit scenario voorkomen.

Na deze afwaardering daalden de koersen lichtjes. Normaal gesproken gaan beleggers en onzekerheid niet goed samen, maar de schade op de financiële markten viel dit keer mee. Dit kwam doordat de Verenigde Staten, ondanks deze negatieve beoordeling, nog steeds worden beschouwd als de veiligste plek om te investeren. De financiële markten in de Verenigde Staten zijn namelijk zo liquide en omvangrijk dat geen enkel ander land hiermee kan wedijveren.

Duitse economie in zwaar weer

Duitsland, ooit de drijvende kracht achter de Europese economie, dreigt qua economische groei achter te blijven bij andere Europese landen. De economie is namelijk al drie opeenvolgende kwartalen gekrompen en een stagnatie in de komende jaren wordt al verwacht.

Duitsland staat bekend als een krachtige en stabiele economie, dankzij haar robuuste industrie, hoogwaardige export en lage werkloosheidspercentage. De economie van het land behoort zelfs tot de vier grootste economieën ter wereld, na de Verenigde Staten, China en Japan. Echter, deze positie zou op korte termijn kunnen veranderen.

Grootste economieën ter wereld 2023

De Duitse economie heeft al geruime tijd te kampen met uitdagingen en het lijkt erop dat deze uitdagingen nog een lange tijd zullen aanhouden. In 1999 noemde het Britse zakenblad The Economist Duitsland de “zieke man van Europa”, vanwege het feit dat het land er in economisch opzicht slecht aan toe was. In 2023 rijst de vraag in datzelfde zakenblad of het land opnieuw in een vergelijkbare situatie terecht is gekomen. Deze week werd die vraag nog prangender toen de cijfers lieten zien dat Duitsland in het tweede kwartaal maar net een recessie heeft weten te vermijden.

Als een land dat zich van oudsher richt op productie, heeft Duitsland te maken met de gevolgen van de afnemende wereldeconomie, de langzamere dan verwachte groei van belangrijke handelspartner China, een tekort aan arbeidskrachten en aanhoudende negatieve effecten van de energiecrisis. Nu blijkt ook dat de dienstensector, die tot nu toe een groot deel van de Duitse economie op de been hield, barsten begint te vertonen. Zelfs Duitse producenten zijn somber gestemd door deze ontwikkelingen. Hun vertrouwen is gedurende vier opeenvolgende maanden gedaald en bevindt zich nu op het laagste niveau in tien maanden.

Niettemin benadrukt Joachim Nagel, de president van de Duitse centrale bank, dat het allemaal niet zo erg is als dat het lijkt. In een interview met Bloomberg TV verwijst hij naar de verbeterende vooruitzichten: “Er wordt veel gesproken over Duitsland als de zogenaamde zieke man van Europa. Dat is absoluut niet het geval,” zei hij. Mede dankzij de stabiele consumentenuitgaven en de hogere lonen is de centrale bankier nog steeds behoorlijk optimistisch over een zachte landing van de Duitse economie, waarbij een flinke recessie zal worden vermeden.

Van kwaad tot erger in China

Niet alleen Duitsland verkeert in moeilijkheden, ook een van zijn voornaamste handelspartners, China, bevindt zich in een zorgwekkende situatie. De economische vooruitgang in China blijft dit jaar achter bij de verwachtingen, wat verrassend is voor velen. Veel analisten hadden een positiever beeld geschetst voor China in 2023. De verwachting was dat het land zou profiteren van de opheffing van coronabeperkingen en een toenemende economische vraag, maar dit blijkt niet het geval te zijn. Problemen in de vastgoedmarkt dragen eveneens bij aan de uitdagingen. Hierdoor presteren de Chinese aandelen aanzienlijk slechter dan die in andere landen. Zo staat de Chinese Hang Seng-index dit jaar op een verlies van 10%, terwijl de Amerikaanse S&P 500, een index van de 500 bedrijven met de hoogste beurswaarde in de Verenigde Staten, dit jaar juist een winst van ruim 15% heeft laten zien.

Prestatie grote indices 2023 tot op heden

Om Chinese aandelen weer aantrekkelijk te maken voor (buitenlandse) investeerders heeft de Chinese regering aangekondigd de aandelenmarkt verder te gaan ondersteunen. De voornaamste wijzigingen betreffen de transactiebelasting en de marginvereisten. De transactiebelasting wordt gehalveerd, waardoor handelen goedkoper wordt. De marginvereisten worden verlaagd, waardoor Chinese beleggers meer geleend geld kunnen gebruiken om te handelen. Desalniettemin betreft dit een tijdelijke oplossing. Het land kampt met grotere problemen die de economie en de samenleving beïnvloeden: een vastgoedcrisis, deflatie en hoge jeugdwerkloosheid.

Allereerst is er de vastgoedsector, die al geruime tijd problemen ondervindt. China heeft lange tijd te maken gehad met een ‘bouwwoede’ om plattelandsbewoners naar de steden te trekken. Projectontwikkelaars konden schulden financieren met nieuwe schulden. In 2021 beperkte de Chinese regering echter abrupt de schulden die projectontwikkelaars mochten hebben en stelde een limiet aan de leningen die banken mochten verstrekken.

Deze nieuwe regels waren bedoeld om creatief boekhouden door projectontwikkelaars te beëindigen, waarbij ze ene schuld met de andere compenseerden. Dit beleid bracht veel vastgoedontwikkelaars in de problemen. Een bekend voorbeeld hiervan is Evergrande, dat structureel hogere kosten dan opbrengsten heeft en hierdoor een aanzienlijke schuldenlast. Het bedrijf is technisch gezien dan ook al failliet

De beurskoers van Evergrande is logischerwijs ook fors gedaald. De handel in het aandeel was anderhalf jaar lang opgeschort vanwege de vertraagde publicatie van resultaten. Hoewel de resultaten inmiddels zijn gepubliceerd voor 2021 en 2022, hecht de markt er weinig waarde aan: de koers daalde ruim 78% op de eerste handelsdag in anderhalf jaar. De beurswaarde is geslonken van bijna 50 miljard naar een ‘magere’ 542 miljoen euro.

Evergrande weinig meer waard op de beurs

Niet alleen Evergrande verkeert in moeilijkheden, ook andere vastgoedontwikkelaars zoals Country Garden hebben moeite hun schulden af te lossen. Deze schulden zijn grotendeels in handen van particulieren die wel een aanbetaling hebben gedaan voor een huis, maar waarbij de bouw nooit is voltooid. Dit zou sociale onrust kunnen veroorzaken als deze bedrijven failliet gaan. De Chinese overheid probeert de vastgoedsector te redden, maar dit doet het staatsschuldniveau stijgen. En ook dat is niet gewenst.

Waar westerse landen worstelen met hoge inflatie, kampt China juist met deflatie, ofwel prijsdalingen. In juli daalden de consumentenprijzen met 0,3% ten opzichte van het voorgaande jaar. Hoewel dit niet direct rampzalig is, is het wel reden tot zorg. De prijsdalingen worden vooral veroorzaakt door de vastgoedsector. Woningprijzen in grote steden zijn met 28% gedaald. Zelfs de prijs van varkensvlees, populair vlees in China, is sterk gedaald. De Chinese centrale bank heeft de rente al verlaagd van 2% naar 1,9%, maar dit lijkt onvoldoende om het vertrouwen van consumenten en producenten te herstellen en de economie te stimuleren.

Een derde zorgwekkend aspect is de hoge jeugdwerkloosheid. Hoewel de Chinese overheid geen officiële gegevens meer publiceert, wordt geschat dat de jeugdwerkloosheid rond de 21% ligt. Volgens The Economist voelen jongeren zich steeds somberder vanwege de economische situatie. Ondanks het harde werk– vaak tot 12 uur per dag, 6 dagen per week – van hen die wel werk hebben, lijkt een betere toekomst onzeker. De overheid lijkt weinig mededogen te tonen en probeert de situatie te relativeren met slogans als “vermijd arrogantie en verwend gedrag” en “omarm de worsteling”.

China speelt een cruciale rol in de wereld en is een belangrijke handelspartner voor veel landen. De toenemende problemen en verslechterende economie zullen dan ook gevolgen hebben voor andere landen. Vooral exporteurs van grondstoffen zullen de impact merken. China is namelijk een grote afnemer van grondstoffen. Zo importeert het land bijvoorbeeld 80% van zijn olie en 40% van zijn gas. Daarnaast importeert China grote hoeveelheden ijzererts en koper (uit Brazilië), palmolie en hout (uit Indonesië) en goud en platina (uit Zuid-Afrika). Ook opkomende markten zullen problemen ondervinden als China verder in economische moeilijkheden komt. Een land als Zambia exporteert bijvoorbeeld ongeveer 20% van zijn bruto binnenlands product (bbp) aan waarde naar China.

Voor het Westen kan deze ontwikkeling echter gunstig uitpakken. De verminderde vraag naar producten in China kan leiden tot dalende grondstofprijzen en een afname van inflatie. Dit kan het beleid van centrale banken vergemakkelijken: als de prijzen niet meer stijgen of zelfs afnemen, is het minder nodig de rente verder te verhogen.

Liever een te veel dan een te weinig

Van komkommertijd was deze zomermaand geen sprake, want er was voldoende nieuws dat invloed had op de beurskoersen. De onzekere economische situatie blijft namelijk de gemoederen bezighouden.

Tekenen dat economieën beginnen te vertragen en dat de renteverhogingen van centrale banken effect beginnen te krijgen, zijn waarneembaar. Echter, de economieën blijken aan de andere kant robuuster dan verwacht te zijn, waardoor het moeilijk blijft voor centrale banken om de inflatie verder te laten dalen naar de gewenste niveaus.

Daarom houden centrale bankiers hun kaarten nog tegen de borst qua toekomstig beleid. Meerdere (onverwachte) renteverhogingen zijn heel goed mogelijk, als de situatie daar om vraagt. Dit zou de beurzen echter niet ten goede komen, aangezien beleggingen over het algemeen het beste presteren wanneer de rentetarieven laag zijn. De onmogelijkheid voor beleggers om het beleid te voorspellen en in te calculeren, heeft een negatieve invloed gehad op de beurskoersen en uiteindelijk ook onze portefeuilles: deze deden een klein stapje terug. Maar ondanks deze ontwikkeling blijft 2023 nog steeds een positief beleggingsjaar.

Portefeuille: Rendement augustus Rendement 2023
ESG – defensief: -0,20% 5,00%
ESG – neutraal: -0,45% 7,54%
ESG – offensief: -0,71% 9,97%
ESG – zeer offensief: -1,04% 13,53%
Impact – defensief: -0,35% 5,56%
Impact – neutraal: -0,72% 7,79%
Impact – offensief: -1,08% 10,04%
Impact – zeer offensief: -1,63% 12,89%