Februari werd een maand waarin wederom meerdere beursrecords werden gebroken. Diverse aandelenbeurzen bereikten namelijk nieuwe recordhoogtes, onder andere gesteund door sterke bedrijfsresultaten.
De maand februari in het kort:
- Nvidia was afgelopen maand het aandeel dat fungeerde als motor voor de aandelenmarkten. De positieve resultaten die het bedrijf afgelopen kwartaal behaalde, deed de beurzen goed;
- Na FAANG, Magnificent Seven is het nu de beurt aan GRANOLAS: een afkorting van de grootste beursgenoteerde Europese bedrijven. Deze hebben het de afgelopen 3 jaar gemiddeld beter op de beurs gedaan dan de grootste techbedrijven uit de VS;
- Het Japanse geduld werd afgelopen maand eindelijk beloond. De belangrijkste index van het land behaalde na ruim 34 jaar wachten een nieuwe all-time-high, en volgens analisten zit er nog meer in het vat;
- Het positieve sentiment bleef ook in februari op de beurs aanhouden. Marktbreed stegen koersen en ook alle risicoprofielen van Semmie eindigden in het groen.
De schijnwerpers werden afgelopen maand vooral opgeëist door Nvidia, dat boegbeeld is geworden van de snelle ontwikkelingen op het gebied van Artificial Intelligence. Het techbedrijf blijft de hooggespannen verwachtingen continu waarmaken en zorgt er zo voor dat AI voorlopig ook in 2024 als motor van de financiële markten blijft fungeren.
In deze Marktupdate zijn opnieuw de belangrijkste ontwikkelingen van de afgelopen maand voor jou samengevat. Op deze manier blijf je volledig op de hoogte van wat er speelt op de financiële markten.
Nvidia fungeert als motor voor aandelenmarkten
Vierenzestig procent: dat is het percentage waarmee het aandeel Nvidia dit jaar is gestegen, en dat terwijl we pas twee volle maanden achter de rug hebben. Het Amerikaanse techbedrijf blijft aan de ene kant profiteren van de hype rondom Artificial Intelligence, maar belangrijker nog, het blijft ook alle verwachtingen overtreffen. De stijging komt dan ook niet geheel onverwachts.
Kwartaalomzet Nvdia schiet omhoog dankzij AI-hype
De grootste winst voor het aandeel vond plaats na de bekendmaking van de kwartaalcijfers: in één klap werd Nvidia 16% ($250 miljard dollar) meer waard. Dankzij deze koersstijging is het bedrijf inmiddels qua beurswaarde (bijna $2 biljoen dollar) groter dan techreuzen als Meta, Alphabet en Amazon. Op dit moment hoeft het alleen nog Saudi Aramco, Apple en Microsoft voor zich te dulden. De top 5 ziet er op het moment van publicatie als volgt uit:
- Microsoft ($3,03 biljoen)
- Apple ($2,80 biljoen)
- Saudi Aramco ($2,05 biljoen)
- Nvidia ($1.94 biljoen)
- Amazon ($1.80 biljoen)
Nvidia plukt de vruchten van de koers die het bedrijf jaren geleden is ingeslagen. Het bedrijf zag de veranderende behoeften van AI-projecten en kon snel op die behoefte inspelen door niet alleen de juiste hardware, maar ook bruikbare software te leveren. Daardoor zijn de grote bedrijven ‘gewend’ geraakt aan Nvidia. En door de grote voorsprong die het bedrijf nu heeft op de concurrentie, is het onwaarschijnlijk dat haar leidende positie op korte termijn in gevaar komt.
De chipfabrikant is inmiddels goed voor een weging van ongeveer 3% in de MSCI World Index, wat relatief gezien enorm is en het aandeel steeds belangrijker maakt voor beleggers. Deze ontwikkeling roept echter vragen op over de omvang en het risico van het bedrijf. Op basis van de huidige financiële kenmerken kan Nvidia worden beschouwd als ‘hoog gewaardeerd’. Dit wordt ook weerspiegeld in de huidige koers-winstverhouding en de verwachte koers-winstverhouding, waarbij de huidige verhouding ongeveer 65 is en de verwachte verhouding ongeveer 33: voor het aandeel Nvidia wordt door beleggers flink meer betaald dan dat het daadwerkelijk waard is.
Met de financiële gezondheid van Nvidia lijkt echter wel goed te zitten. De schuldenratio, wat aangeeft hoeveel schuld een bedrijf heeft in verhouding tot zijn eigen vermogen of activa, is bij Nvidia 25%. Dit is niet extreem hoog. Chipmaker Intel zit bijvoorbeeld op 47%, en het Nederlandse ASML op 37%.
Toch zijn er zeker risico’s voor beleggers en de beurs, met name binnen de AI-markt. De Amerikaanse beurswaakhond waarschuwt bijvoorbeeld al voor ‘AI-washing‘, waarbij bedrijven maar al te graag AI aan hun businessmodel toevoegen om de bedrijfswaardering op te krikken. Nu Artificial Intelligence het toverwoord van het moment is, is het belangrijk om te kijken hoe bedrijven AI inzetten en ermee omgaan. Dat het mis kan gaan bewees Google afgelopen maand. De afbeeldingen die door haar AI-assistent van (historische) personen werden gemaakt, stonden ver af van de werkelijkheid. Om stereotypering in generatieve AI te doorbreken, werd de AI-assistent getraind diversiteit voorop te stellen. Echter sloeg het model hierin door. Duitse soldaten uit het nazitijdperk, maar ook Vikingen werden afgebeeld als mensen van kleur en de paus werd getoond als een vrouw.
Amerikaanse centrale bank op zoek naar de juiste balans
De centrale bank van ’s werelds grootste economie staat binnenkort voor een uitdagend scenario: hoe snel en met welk percentage zal zij de beleidsrente verlagen? Centrale bankiers moeten hierbij twee risico’s tegen elkaar afwegen. Enerzijds bestaat het risico dat zij de kortetermijnrente te langzaam verlagen, waardoor de economie bezwijkt onder het gewicht van hogere rentetarieven. Anderzijds is er het gevaar dat zij te veel en te snel in de rente snijden, waardoor de inflatie blijft hangen op een niveau dat hoger is dan hun doelstelling van 2%.
Tot nu toe heeft de Amerikaanse economie de afgelopen maanden een behoorlijk robuuste groei laten zien, zonder dat de inflatie daardoor is gestegen. Dit fenomeen heeft veel economen doen krabben achter hun oren, en de onderliggende redenen zijn nog steeds niet helemaal duidelijk. Maar dankzij stijgende lonen en het grote aantal vacatures kan de sterke arbeidsmarkt indirect de inflatie doen oplopen door de koopkracht van consumenten te vergroten. Als de vraag naar goederen, diensten en arbeid het aanbod namelijk overtreft, bestaat de kans op toenemende inflatie.
Op dit moment lijkt de Fed de kat uit de boom te kijken en de ontwikkelingen rustig af te wachten. Het scenario waarin de rente te snel of te veel wordt verlaagd, is iets wat zij koste wat het kost willen voorkomen: dit zou namelijk al het werk om de inflatie naar beneden te krijgen snel teniet kunnen doen.
De officiële lezing van de Fed is dat de Amerikaanse inflatie momenteel 3,1% bedraagt, ruim boven de doelstelling van 2%. Volgens Truflation.com, een website die de inflatieontwikkelingen in de Verenigde Staten op dagelijkse basis bijhoudt en analyseert, bevindt de Amerikaanse inflatie zich sinds februari al onder die gewenste 2%.
Amerikaanse inflatieontwikkeling volgens Truflation
Beleggers zijn vaak geneigd om speciale benamingen te geven aan groepen van bedrijven. Facebook, Amazon, Apple, Netflix en Google werden oorspronkelijk gezamenlijk aangeduid als FAANG.
De techgiganten Alphabet, Amazon, Apple, Meta, Microsoft, Tesla en Nvidia staan inmiddels bekend als de ‘Magnificent Seven’, een verwijzing naar de gelijknamige westernfilm uit 1960.
Recentelijk heeft een groep Europese aandelen ook een speciale benaming gekregen: GRANOLAS. Zakenbank Goldman Sachs heeft een selectie van elf Europese zwaargewichten samengesteld die kwaliteit, groei-oriëntatie en een sterke internationale marktpositie als gemeenschappelijke kenmerken hebben. Deze bedrijven omvatten: GlaxoSmithKline, Roche, ASML, Nestle, Novartis, Novo Nordisk, L’Oreal, LVMH, AstraZeneca, SAP en Sanofi. Kijken we naar de afgelopen drie jaar, dan hebben de GRANOLAS een gemiddeld totaalrendement van 65%, wat iets hoger ligt dan de 64% die de Magnificent Seven hebben opgeleverd.
Opmerkelijk is dat slechts één van deze bedrijven als techbedrijf kan worden gecategoriseerd: SAP. In tegenstelling tot de Amerikaanse Magnificent Seven in de Verenigde Staten, die uitsluitend uit techbedrijven bestaat, vertonen de grootste Europese aandelen daardoor een aanzienlijke diversiteit, wat het risico/rendementsprofiel van investeren in Europese bedrijven aantrekkelijker voor beleggers.
Twee jaar oorlog in Oekraïne: nog weinig zicht op een uitkomst
Inmiddels is de oorlog tussen Rusland en Oekraïne het derde jaar ingegaan. In de afgelopen twee jaar heeft de oorlog zich ontwikkeld tot een uitzichtloze patstelling tussen twee partijen die amper nog successen boeken. Het laatste Russische succes vond plaats in Avdiivka, een strategisch gelegen stad in Oost-Oekraïne, die na lange gevechten werd ingenomen. Grote ontwikkelingen vinden echter niet op het plaats.
Territoriale controle van Oekraïne voor en sinds de oorlog
De lengte van de oorlog heeft een negatieve invloed op de moraal van het volk en de troepen, vooral aan de Oekraïense kant. Dit is een significant risico, vooral nu het militaire apparaat worstelt met beschikbare munitie en mankracht. Zo heeft de levering van munitie door het Westen vertraging opgelopen, mede doordat de Republikeinse partij in Amerika steunpakketten voor Oekraïne blokkeert. Het opgeven van Avdiivka door Oekraïne kan dan ook worden gezien als het sparen van troepen en artillerie, waarbij het zich terugtrekt naar een strategisch betere plek.
Rusland is inmiddels overgeschakeld op een oorlogseconomie en lijkt daarbij een ongelimiteerd aantal mensen te kunnen rekruteren voor het leger. Zo vechten inmiddels niet alleen Russen in Oekraïne, maar zijn er ook Nepalese, Sierra Leoneese en Syrische huurlingen ingevlogen.
Voor beleggers blijft de politieke situatie in Oost-Europa een geopolitiek risico, ondanks weinig grote ontwikkelingen aan het front. Enerzijds zijn de restricties op energie-export vanuit Rusland nog steeds een oorzaak voor structureel hogere energieprijzen, wat de Europese economie niet ten goede komt, zeker in een tijd waarin de economie kwakkelt. Anderzijds blijft een verdere escalatie als een wolk boven Europa hangen. Dat de Franse president Macron opperde dat hij niet uitsluit om troepen naar Oekraïne te sturen, maakte dan ook veel los.
Japans geduld is eindelijk beloond
Eindelijk was het zover: de Japanse Nikkei, bestaande uit de 225 grootste Japanse bedrijven, heeft een nieuw record bereikt. Dat geduld een schone zaak is, blijkt uit de lange periode die moest worden afgewacht. Afgelopen maand werd namelijk, na ruim 34 jaar wachten, een nieuwe recordhoogte bereikt.
Hoewel meerdere beurzen in dezelfde periode ook nieuwe toppen hebben bereikt, kleeft er aan de ontwikkeling van de Nikkei een interessant verhaal. Ten eerste komt dat door de enorm lange periode waarin de Nikkei niet in de buurt is gekomen van het oude recordniveau. Verschillende bubbels knapten in de tussenliggende jaren, er ontstond een vastgoedcrisis en de economie en de Japanse financiële markten kregen flinke klappen te verduren. Een ander belangrijk punt is dat de Nikkei een prijsgewogen index betreft. Dit betekent dat er geen dividenden zijn meegenomen in de stand van de index. Als de dividenden namelijk wel waren meegerekend, was het oude record al eerder gebroken.
Ontwikkeling Nikkei tussen 1985 – 2024
De huidige stijging wordt gesteund door het goede nieuws dat uit het land van de rijzende zon komt. De Japanse rentes zijn al lange tijd historisch laag, het land staat er economisch goed voor en aandeelhouderswaarde staat hoger in het vaandel bij Japanse bedrijven. Zeker omdat de toezichthouder losser is geworden op het gebied van reserves. Hierdoor lijkt er veel kapitaal beschikbaar voor bedrijven om uit te keren aan beleggers, of om te beginnen aan inkoopprogramma’s. En dat geeft vertrouwen. Analisten voorzien dan ook dat het niveau van 45.000 binnen handbereik is.
Seinen bleven op groen staan
Het positieve sentiment dat de beurzen al enkele maanden domineert, hield ook in februari aan. Veel indices bereikten opnieuw recordhoogtes en ook de portefeuilles van Semmie eindigden in het groen. De logische vervolgvraag is dan ook: zet de stijging door? Daar heeft natuurlijk niemand het precieze antwoord op, maar de bedrijfs- en economische cijfers blijven voorlopig de goede kant opgaan. Al bieden die ontwikkelingen natuurlijk geen garantie voor de toekomst.
De stijging die we op de financiële markten terugzien, wordt wel nog steeds voornamelijk door één sector aangedreven. Idealiter zou die stijging aangedreven worden door meerdere sectoren. Gaan de resultaten in de techsector namelijk tegenvallen, dan zal dat een grotere invloed hebben op de beurzen dan gewenst.
De omstandigheden zijn momenteel positief, maar met hoogtepunten kan er ook hoogtevrees ontstaan. Want wat als de koersen te snel stijgen? Omdat beleggen sowieso een activiteit is voor de lange termijn, zijn de kortetermijnontwikkelingen minder van belang, en wil je je daar niet te veel door laten leiden. Nu de beurzen al enkele maanden de wind mee hebben, profiteer je daarvan als belegger. En ben je benieuwd hoe je slim kunt blijven beleggen bij een stijgende beurs? Lees dan eens ons artikel daarover.
Portefeuille: | Bruto rendement februari | Bruto rendement 2024 |
---|---|---|
Solid – defensief: | 0,28% | 0,99% |
Solid – neutraal: | 1,18% | 2,61% |
Solid – offensief: | 2,08% | 4,22% |
Solid – zeer offensief: | 3,38% | 6,60% |
Smart – defensief: | 0,80% | 1,34% |
Smart- neutraal: | 1,46% | 2,52% |
Smart – offensief: | 2,13% | 3,71% |
Smart – zeer offensief: | 3,08% | 5,48% |
Sustainable – defensief: | 0,15% | 0,34% |
Sustainable – neutraal: | 0,95% | 1,49% |
Sustainable – offensief: | 1,75% | 2,64% |
Sustainable – zeer offensief: | 2,93% | 4,73% |