Beleggen kent altijd risico’s, dus deze helemaal uit de weggaan zal niet lukken. Maar als belegger heb je gelukkig wel meerdere opties om met de risico’s om te gaan.
De eerste is dat je de risico’s helemaal uit de weggaat. Dat zou betekenen dat je niet gaat beleggen, of wanneer je al belegt, dat je stopt. Je zou er dan voor kunnen kiezen om te gaan sparen.
Een tweede optie is dat je wel belegt maar het risico probeert te verminderen door je risico te spreiden. Dit doe je door in bijvoorbeeld aandelen én obligaties te beleggen of door te beleggen in verschillende bedrijven. Je wed dan niet volledig op één paard.
Een laatste optie is om de risico’s die je loopt bij beleggen volledig te omarmen. Beleggen kent een hoger rendement dan sparen, maar je moet dan wel kunnen accepteren dat je beleggingen ook minder waard kunnen worden. Dat is het risico dat je loopt. Al levert beleggen over de lange termijn gemiddeld wel meer rendement op dan sparen.
Leren omgaan met de risico’s van beleggen
Het is belangrijk dat je belegt met geld dat je wilt én kunt missen. Als dat niet zo is moet je niet gaan beleggen. Zorg er daarom altijd voor dat je een financiële buffer opbouwt waardoor je niet in de problemen komt wanneer het iets minder gaat op de beurs. Daarnaast is het belangrijk dat je je inleg voor een langere tijd kan missen. Dan geef je je inleg ook de kans om te renderen. Als laatste is het aan te raden om je emoties uit te schakelen. Als jij in paniek raakt wanneer je de koersen ziet dalen is beleggen waarschijnlijk niet geschikt voor jou. Maar als je weet dat koersschommelingen erbij horen, en je je inleg niet op korte termijn nodig hebt, kan je ervoor kiezen om te gaan beleggen omdat je op de juiste manier met de risico’s kunt omgaan.