Wie geld opzij wil zetten voor later zet dit al gauw op een spaarrekening. Zo zijn we ook van jongs af aan opgevoed. Om die gedroomde wereldreis, de studie van je kinderen of verbouwing te financieren parkeren we ons geld op een aparte spaarrekening.
Maar ook beleggen neemt sterk in populariteit toe. Lage rentes en stijgende inflaties maken het namelijk niet makkelijk om meer uit je spaargeld te halen. Beleggen kent dan wel weer meer risico dan sparen. Het blijft dan ook een eeuwige tweestrijd. Met aan de ene kant veiligheid en aan de andere kant rendement. We vergelijken beide opties en kijken wat het verschil is tussen sparen en beleggen.
Nederland is een typisch spaarland. Van oudsher zijn we opgegroeid met het idee van ‘Wie wat bewaart, die heeft wat’. En dat is helemaal geen slecht uitgangspunt. Je kan natuurlijk geld onder je matras bewaren, in een oude sok stoppen, of goudklompjes kopen, maar het meest populair is toch de spaarrekening. En sparen doen we massaal. Zo staat er ongeveer €400 miljard op Nederlandse spaarrekeningen. Want sparen voelt veilig en geeft een zeker gevoel. Door elke maand een bedrag opzij te zetten, of het nu €50, €100 of €500 is, bouw je iets op voor later. Dat kan voor je pensioen zijn, het maken van een mooie reis, of misschien wel als financiële buffer. Wie weet is je auto binnenkort wel aan vervanging toe?
Ruim 40 jaar geleden, in 1980, was het hét perfecte moment om te sparen. De historische spaarrente noteerde toen 11,6%. Een niveau wat je vandaag de dag niet meer kunt voorstellen. Sinds 1980 is de spaarrente dan ook alleen maar gedaald. Van die 11,6% is vandaag de dag een schamele 0,05% over: sparen levert bijna niets meer op.
En toch is het belangrijk om iets met je geld te doen. We moeten onszelf in toenemende mate namelijk financieel onderhouden. De overheid doet namelijk steeds meer een stapje terug, bedrijfspensioenen versoberen of worden zelfs gekort, maar de prijzen blijven wel stijgen. Om ervoor te zorgen dat je later nog steeds het leven kan leiden wat je nu leidt, of nog steeds leuke dingen kunt doen, moet je daarom in actie komen. En dan is voor velen beleggen een interessant alternatief.
Waarom dan? Beleggers verdienen met hun inleg gemiddeld meer dan dat ze hadden gedaan met hun spaargeld wanneer ze dat bij de bank hadden gestald. Oké, in 1980 misschien niet. Maar met de huidige rente levert je spaargeld bijna niets meer op. Sterker nog: je zou kunnen zeggen dat het aanhouden van geld op je spaarrekening geld kost.
Dat ligt namelijk aan de inflatie. Inflatie zorgt ervoor dat je nu minder kunt kopen voor hetzelfde bedrag dan bijvoorbeeld vorig jaar, omdat producten duurder worden. Inflatie wordt door de overheid gepromoot: mensen gaan consumeren en dat is goed voor de economie. Want als je twijfelt over het kopen van een nieuwe auto zal je het natuurlijk eerder dit jaar doen dan volgend jaar als je weet dat dan de prijzen hoger zijn. En als Nederlanders willen we natuurlijk niet meer betalen dan nodig is.
Maar die inflatie heeft ook invloed op je vermogen. Zolang de spaarrente hoger is dan het inflatiecijfer, word je spaargeld elk jaar meer waard. Maar als de inflatie hoger is dan de spaarrente, dan daalt je spaargeld in waarde (je kunt minder kopen voor hetzelfde bedrag) en kost sparen je in feite geld.
Nu is dit niet meteen een reden om al je geld van je spaarrekening af te halen en te beleggen, maar het is wel iets om over na te denken. Er is nog altijd de keuze om én te sparen én te beleggen: je spaart wat je nodig hebt om een goede financiële buffer op te bouwen, en je belegt het geld dat je vervolgens extra hebt.
En het gevoel dat er nooit iemand armer is geworden van sparen klopt natuurlijk. Maar er is ook niemand rijk van geworden. De vraag is dus wat verstandig is. Het veilige sparen of het risicovollere beleggen. We hebben de voor- en nadelen van beiden op een rij gezet:
Een afbeelding zegt meer dan duizend worden. En maakt het belang van beleggen ook snel duidelijk. De grafiek hieronder toont het verschil in eindkapitaal tussen een belegger en een spaarder. Daarbij gelden de volgende uitgangspunten:
Nee, zeker niet. Misschien klinkt het gek als een vermogensbeheerder, waar je je geld kunt laten beleggen, dat zegt. Maar het is belangrijk dat je genoeg spaargeld op de bank houdt om je rekeningen te kunnen betalen en om niet in de problemen te komen als je wasmachine er opeens mee stopt.
Je kunt pas nadenken over beleggen, wanneer je het financieel kunt dragen. Bouw daarom eerst een financiële buffer op. Een financiële buffer is een financiële reserve die je gebruikt om meteen onverwachte, grotere en noodzakelijke uitgaven te betalen als ze zich voordoen. Stel je wasmachine gaat onverwachts toch kapot. Dan is het handig om meteen een vervanging te kunnen regelen. Met een financiële buffer heb je dus altijd geld beschikbaar voor noodgevallen.
Heb je een financiële buffer en ben je schuldenvrij dan kan je erover nadenken om geld te gaan beleggen. Zo niet, dan is het slim om eerst je financiële zaakjes op orde te krijgen. Beleggen doe je namelijk altijd met geld dat je wilt én kunt missen!
Thomas verdiept zich graag in ingewikkelde beleggingsmaterie. Door zijn creativiteit kan hij een verhaal altijd op de Semmie-manier overbrengen op de lezer: helder, toegankelijk en to-the-point.
Wij beleggen voor jou. Met helder inzicht in onze beleggingskeuzes, één duidelijke fee en eerlijk rendement.
Hoe werkt hetRisicoloos beleggen bestaat niet. Je kunt (een deel van) je inleg verliezen.