Belastingaangifte doen? Zo haal je er het meeste uit

Door Thomas van der Lee op 21 februari 2025, leestijd: 10 minuten

Vanaf 1 maart is het weer tijd voor de belastingaangifte. Het is misschien niet een activiteit waar je naar uitkijkt, maar met een paar slimme tips en trucs kun je mogelijk geld besparen. We delen daarom onze tips en vertellen wat je moet weten over je beleggingen als je belastingaangifte gaat doen.

In het kort:
  • Vanaf 1 maart mogen we belastingaangifte doen. Er tegenop zien hoeft niet: met een paar slimme tips en trucs kan je al snel geld besparen;
  • Neem ruim de tijd en onderzoek of je recht hebt op heffingskortingen en/of aftrekposten;
  • Je beleggingen vallen (samen met je spaargeld) in box 3, maar dat betekent niet dat je automatisch belasting moet betalen. Dat hangt af van het heffingsvrij vermogen;
  • Beleg je voor je kind of pensioen? Dan gelden er nog afwijkende regels.

Ongeacht hoe je je vermogen opbouwt, is het van belang dat je goed voorbereid bent. Dit maakt het controleren of invullen van je belastingaangifte aanzienlijk eenvoudiger. Daarom delen we eerst 8 tips om je belastingaangifte te vergemakkelijken, gevolgd door informatie over wat je moet weten met betrekking tot je beleggingen.

1. Zorg dat je de juiste gegevens bij de hand hebt

Alles begint met de juiste voorbereiding, en dat is bij het doen van aangifte van je belasting niet anders. Zorg er daarom voor dat je de gegevens die je nodig hebt om je belastingaangifte in te vullen bij de hand hebt. Welke gegevens dit zijn, hangt af van je persoonlijke situatie. Verzamel in ieder geval:

  • Alle jaaroverzichten of jaaropgaves die je hebt ontvangen;
  • Persoonlijke gegevens zoals je Burgerservicenummer (BSN);
  • Een overzicht van je betaal- en spaarrekeningen;
  • Eventueel: de WOZ-waarde van je huis.

Het is ook belangrijk om te weten dat je verschillende kosten mag aftrekken, zoals gemaakte zorgkosten. Reiskosten die je hebt gemaakt om bijvoorbeeld naar het ziekenhuis te reizen en medicijnen die je zelf hebt betaald mogen onder bepaalde voorwaarden afgetrokken worden. Allereerst is het bedrag van de tegemoetkoming meer dan €15, en daarnaast geldt er een drempelbedrag. Bij een jaarinkomen van €50.034 of meer is deze €825. Houd daarom altijd de gemaakte zorgkosten bij.

Bij een drempelinkomen van €50.034 of meer (gezamenlijk bij fiscaal partners) geldt een basisdrempel van €825, plus 5,75% over het meerdere. Dit betekent dat bij een drempelinkomen van €60.034 de drempel uitkomt op €1.400.

Ook giften aan goede doelen kunnen onder voorwaarden afgetrokken worden. Wanneer een gift aan een Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) is gedaan, is deze aftrekbaar. Een gift moet wel periodiek zijn (en zijn vastgelegd in een overeenkomst) of minimaal €60 en 1% van je drempelinkomen zijn. Bewaar hierom ook bankafschriften en kwitanties van de giften.

2. Controleer altijd de vooraf ingevulde aangifte

Het is belangrijk om bovenstaande gegevens bij de hand te hebben, omdat je de vooraf ingevulde aangifte altijd moet controleren.

We zijn eraan gewend geraakt dat alles zo gemakkelijk mogelijk voor ons wordt gemaakt. Het is ook enorm prettig dat tegenwoordig bijna alles al automatisch voor ons wordt ingevuld wanneer we belastingaangifte doen. Of het nu gaat om je salaris of pensioen, de WOZ-waarde van je woning of je beleggingsrekeningen: de gegevens zijn al vooraf ingevuld.

Echter, let er wel op dat je niet te snel doorheen klikt. Ondanks dat alles vooraf is ingevuld, betekent dit niet automatisch dat alles compleet en correct is. Neem dus altijd rustig de tijd om alles zelf na te lopen aan de hand van je jaaroverzichten en jaaropgaven.

3. Doe op tijd aangifte. Gaat dat niet lukken? Vraag dan uitstel aan

De periode om aangifte te doen loopt van 1 maart tot 1 mei. Zorg er dan ook voor dat je in die periode aangifte inkomstenbelasting doet om te voorkomen dat je belastingrente moet betalen. De Belastingdienst brengt 6,5% (het percentage vanaf 1 januari 2025) rente in rekening over de belasting die je nog moet betalen. Dat is te voorkomen door op tijd aangifte te doen.

Weet je van tevoren al dat het je niet gaat lukken om voor 1 mei aangifte te doen? Vraag dan op tijd uitstel aan. Vraag je voor 1 mei 2025 uitstel aan, dan krijg je uitstel tot 1 september 2025.

4. Benut je heffingskortingen, aftrekposten en mogelijke toeslagen

Zoals we bij het tweede punt al stelden, zijn veel gegevens vooraf voor je ingevuld. Alleen de meeste aftrekposten zijn dit niet. Hier laten veel mensen dan ook belastingvoordeel liggen.

Ook hier hangt weer per persoon af welke mogelijke aftrekposten voor jou toepasbaar zijn. Denk bijvoorbeeld aan de hypotheekrente, ziektekosten, giften of lijfrente. Op de website van de Consumentenbond is overzichtelijk terug te vinden per aftrekpost hoe je deze mogelijk kunt benutten.

Maar er zijn ook heffingskortingen en toeslagen waar je mogelijk recht op hebt. Denk aan huurtoeslag of zorgtoeslag. Let op: deze vraag je apart aan via de afdeling Toeslagen van de Belastingdienst en regel je niet via de aangifte. Benieuwd welke dat zijn en of ze op jou van toepassing zijn? Daarvoor kun je weer terecht bij het Nibud.

Lees ook: Zo wordt de belasting over je spaargeld en beleggingen berekend

5. Maak slim gebruik van het verdeelscherm als je een fiscale partner hebt

Veel fiscale partners doen samen aangifte via het verdeelscherm in het aangifteprogramma van de Belastingdienst. Dit scherm maakt het mogelijk om gemeenschappelijke inkomensbestanddelen te verdelen. Het programma berekent direct de gevolgen, zodat meteen duidelijk is hoeveel belasting beide partners moeten betalen.

Door aftrekposten strategisch te verdelen, kan financieel voordeel worden behaald. Meestal is het gunstig om deze toe te wijzen aan de partner met een jaarinkomen tussen €24.812 en €75.518. Hierdoor daalt het belastbaar inkomen en stijgt de heffingskorting, wat resulteert in een lagere belastingaanslag. Liggen beide inkomens binnen deze bandbreedte? Dan kan het lonen om verschillende verdelingen te proberen en zo het maximale fiscale voordeel te behalen.

Schuiven in box 3

Ook bij het schuiven met vermogen in box 3 kunnen fiscale partners slim gebruik maken van hun gezamenlijke vrijstelling. Afgelopen jaar was deze vrijstelling voor fiscaal partners €114.000. Voor het heffingsvrij vermogen van €114.000 (bij fiscaal partners) maakt het niet uit of het vermogen bij één of beide partners staat: zolang het gezamenlijk onder deze grens blijft, is er geen belasting verschuldigd. Schuiven tussen partners kan wél zinvol zijn als het totale vermogen boven de vrijstelling uitkomt, afhankelijk van de verdeling en andere fiscale factoren. Bijvoorbeeld: als één partner net boven de individuele vrijstelling van €57.000 zit qua vermogen en de ander er ver onder, kan het lonen om vermogen over te hevelen naar de partner met minder vermogen. Zo blijft mogelijk een groter deel van het gezamenlijke vermogen onder de belastingvrije voet.

Let trouwens ook op het onderscheid tussen spaargeld en beleggingen. De Belastingdienst hanteert verschillende fictieve rendementen voor deze categorieën. Voor banktegoeden is dit 1,44%. Voor beleggingen en andere bezittingen 6,04% en voor schulden 2,61%.

Let op: de belasting over spaargeld en beleggingen wordt bepaald op basis van de situatie op 1 januari van het belastingjaar. Dat betekent dat aanpassingen in de verdeling van spaargeld en beleggingen na deze datum geen invloed meer hebben op de aangifte over dat jaar. Gebruik het aangifteprogramma van de Belastingdienst om verschillende scenario’s door te rekenen en zo de meest voordelige verdeling van het box 3 vermogen te vinden. Dit kan resulteren in een lagere gezamenlijke belastingaanslag en dus onder de streep meer netto vermogen voor het huishouden.

Voor huizenbezitters

Huizenbezitters kunnen fiscaal voordeel behalen door de woning toe te wijzen aan de partner met het laagste inkomen. Sinds 2023 is de hypotheekrenteaftrek voor iedereen gemaximeerd op 36,93%, terwijl het eigenwoningforfait wordt belast tegen het tarief van de partner. Verdient één van de partners meer dan €75.518, dan betaalt deze persoon 49,5% belasting over het eigenwoningforfait, terwijl de andere partner maximaal 36,93% betaalt.

Door de woning toe te rekenen aan de laagstverdienende partner kan dit de belastingdruk verlagen en mogelijk extra heffingskortingen opleveren. Dit geldt vooral als het inkomen tussen €24.812 en €75.518 ligt. Ook bij een afgeloste hypotheek kan het voordelig zijn het eigenwoningforfait aan de minstverdienende partner toe te wijzen, zodat dit minder of niet belast wordt.

Ook hiervoor is het slim om het aangifteprogramma van de Belastingdienst te gebruiken om de optimale verdeling te berekenen en zo mogelijk belastingvoordeel te behalen.

6. De Belastingdienst wil ook weten of je Bitcoin, Ethereum of Dogecoin bezit

Niet alleen je spaargeld en je beleggingen moeten worden aangegeven, ook de cryptovaluta die je in bezit hebt. Was je als particulier op 1 januari 2024 in het bezit van één of meerdere cryptovaluta zoals de Bitcoin? Dan behoren deze, net als je spaargeld en beleggingen, tot je bezittingen in box 3. In de aangifte inkomstenbelasting 2025 geef je de waarde van je cryptovaluta op 1 januari 2024 aan. Had je ze op 1 januari 2024 nog niet in bezit? Dan hoef je ze dit jaar niet aan te geven.

7. Vergeet niet het voordeel van je pensioenrekening te benutten

Maak je gebruik van Semmie Pensioen? Vergeet dan niet je belastingvoordeel te benutten. Je kunt je inleg (onder voorwaarden) aftrekken in box 1 van de aangifte inkomstenbelasting. Op deze pagina geven we daar meer informatie over.

8. Kom je er zelf niet uit? Schakel dan hulp in

Het programma van de Belastingdienst is zo ingeregeld dat alles zo duidelijk mogelijk is. Alleen kan het zijn dat je er zelf niet uitkomt. Gelukkig zijn er genoeg mogelijkheden om je te helpen. Zo zijn er belastingadviseurs, het belastingkantoor en zelfs belastingwinkels (waar vaak studenten helpen met de aangifte) die je kunnen en willen helpen. Wil je liever iemand spreken vanuit je huiskamer? Dan kun je altijd de Belastingdienst bellen via de BelastingTelefoon.

Wat je moet weten over je beleggingen als je belastingaangifte doet

De Belastingdienst bepaalt dus niet alleen aan de hand van je inkomsten hoeveel belasting je moet betalen (of terugkrijgt), maar kijkt naar je gehele vermogen. Dit wordt ingedeeld in drie verschillende boxen. In andere woorden: de Belastingdienst verdeelt jouw vermogen en de manier waarop je dat verkrijgt, op in 3 verschillende delen:

  • Belasting box 1: werk en woning.
    In box 1 betaal je belasting over het belastbare inkomen uit werk en woning.
  • Belasting box 2: aanmerkelijk belang.
    In box 2 wordt het inkomen uit aanmerkelijk belang belast. Van aanmerkelijk belang is sprake wanneer je 5% of meer van de aandelen bezit in een vennootschap.
  • Belasting box 3: sparen en beleggen.
    In box 3 betaal je belasting over het inkomen uit je vermogen. Naast je spaargeld en beleggingen valt ook een tweede woning in deze categorie. Eventuele schulden die je hebt vallen ook in deze box.

Je beleggingen worden bij je spaargeld opgeteld en zijn door de Belastingdienst ingedeeld in box 3. Als je straks belastingaangifte aan het doen bent, vind je je Semmie-beleggingen terug in de categorie “Bankrekeningen en andere bezittingen” onder het kopje Beleggingen. Controleer aan de hand van het jaaroverzicht of de vooraf ingevulde gegevens kloppen. Let hierbij onder andere op:

  • De omschrijving.
  • Of het bedrag dat 1 januari 2024 op je Semmie-rekening stond, overeenkomt;
  • Of de ingehouden dividendbelasting klopt en overeenkomt.

De beleggingen die Semmie aanhoudt worden trouwens niet-gecategoriseerd als groene beleggingen. Daar kun je dus ‘Nee’ invullen.

Wanneer betaal je belasting over je beleggingen?

Het is niet zo dat je automatisch belasting moet betalen als je beleggingen aanhoudt. Dat komt omdat er sprake is van het heffingsvrij vermogen: een vast bedrag van je vermogen (spaargeld + beleggingen minus de schulden) dat is vrijgesteld van belasting. Dit betekent dat wanneer je totale vermogen onder dit bedrag blijft, je geen belasting hoeft te betalen. Voor 2024 is deze op €57.000 vastgesteld (met een fiscaal partner is het €114.000).

Wanneer het totaal aan spaargeld en beleggingen onder het heffingsvrij vermogen valt, ben je vrijgesteld van het betalen van belasting hierover. Kom je boven het heffingsvrij vermogen uit met je bezittingen, dan betaal je enkel belasting over het deel dat boven het heffingsvrij vermogen uitkomt.

Stel: je hebt in totaal €60.000 aan spaargeld en beleggingen. Dan betaal je belasting over €3.000 (€60.000 – €57.000). Hoeveel dat precies is, berekent de Belastingdienst automatisch voor je uit, maar komt in 2024 neer op 36% over het fictieve rendement.

Let op: Over de belastingheffing in box 3 lopen nog juridische procedures over het verschil tussen het fictieve en het werkelijke rendement. Voor de aangifte over 2024 geldt nog het huidige stelsel met een forfaitair rendement, maar vanaf de zomer van 2025 komen formulieren beschikbaar waarmee je kunt berekenen of het voordeliger is om te kiezen voor een berekening op basis van werkelijk rendement. Dit kan met terugwerkende kracht vanaf 2019 en kan per jaar verschillen. Houd deze ontwikkelingen in de gaten als je vermogen in box 3 hebt.

Beleg je (ook) voor je kind? Let dan hierop

Het bedrag dat op de beleggingsrekening van je kind staat valt ook in box 3. Wanneer je kind jonger is dan 18 jaar, rekent de Belastingdienst het bedrag toe aan (ten minste één van) de ouders. Zodoende wordt het bedrag dat op de beleggingsrekening van je kind staat opgeteld bij jouw vermogen (spaargeld + beleggingen). Ook hierbij geldt: valt het totaal lager uit dan het heffingsvrij vermogen, dan betaal je geen belasting.

Beleg je middels een lijfrenterekening? Dan werkt alles weer net iets anders

Als je belegt voor je pensioen via een lijfrenterekening, gelden weer andere fiscale regels. Het vermogen dat op je pensioenrekening staat, valt bijvoorbeeld in box 1. Dat betekent dat je hier geen vermogensbelasting over hoeft te betalen. Je betaalt uiteindelijk wel inkomstenbelasting, maar pas als het geld uitgekeerd wordt. Daarnaast kun je, zoals we eerder al in dit artikel vertelden, een deel van het gestorte bedrag terugkrijgen. Hoe dat werkt hebben we op deze pagina uitgebreid beschreven.

Let op:

Net zoals de Belastingdienst kunnen we het niet leuker voor je maken, maar hopelijk hebben we het wel wat gemakkelijker gemaakt. En hoewel we bij Semmie trachten juiste, volledige en actuele informatie uit betrouwbaar geachte bronnen aan te bieden, verstrekt Semmie geen belastingadvies. Semmie aanvaardt dan ook geen aansprakelijkheid en aan de geboden informatie kan men geen rechten ontlenen.