Wellicht kijk je er al reikhalzend naar uit: het pensioen. Er is ineens sprake van veel meer vrije tijd die je aan je gezin en hobby’s kunt besteden. Niet alleen qua tijdsbesteding verandert er echter veel als je met pensioen gaat, ook op het gebied van financiën. Om niet voor verrassingen te komen te staan, is het belangrijk dat je zo vroeg mogelijk maatregelen hebt getroffen.
In het kort:
- Als je met pensioen gaat, ontvang je logischerwijs geen loon meer. Dit wordt vervangen door een AOW-uitkering en eventueel een pensioen dat je hebt opgebouwd bij een werkgever;
- Wanneer je bijvoorbeeld een tijdje niet werkt, parttime werkt, of als ondernemer aan de slag bent gegaan, bouw je gedurende je leven geen of niet voldoende pensioen op voor een comfortabel leven;
- Ook als je wel pensioen opbouwt via een werkgever, is dit lang niet altijd voldoende om je levensstandaard te behouden na je pensionering;
- Je hebt verschillende mogelijkheden om dit te voorkomen. Hoe vroeger je in actie komt, hoe eenvoudiger je het voor jezelf maakt.
Veranderingen als je met pensioen gaat
Vaak neemt het besteedbaar inkomen af als je met pensioen gaat, terwijl je eigenlijk de levenstandaard en -stijl die je nu hebt graag wilt behouden. Hieronder lees je meer over wat er verandert als je met pensioen gaat en hoe je je levensstandaard en -stijl zoveel mogelijk op hetzelfde niveau kunt houden. Daarbij geldt: hoe vroeger je hierover nadenkt, hoe eenvoudiger je dit voor jezelf maakt.
1. Inkomen
Wanneer je stopt met werken, valt logischerwijs je vroegere inkomen weg. Iedereen die in Nederland woont, ontvangt vanuit de overheid een AOW-uitkering. Hoe veel dit is hangt af van je persoonlijke woonsituatie. Woon je alleen, dan ontvang je 70% van het minimumloon, ben je getrouwd of woon je samen dan ontvangen jullie beiden 50%. Vaak is alleen een AOW-uitkering niet toereikend om je levensstandaard na je pensioen te behouden.
Hoogstwaarschijnlijk heb je naast de AOW ook recht op een aanvullend pensioen. Deze bouw je op tijdens je werkzame leven bij een werkgever. Maar wanneer je een tijdje niet werkt, parttime werkt, of als ondernemer aan de slag bent gegaan en niet zelf aanvullend pensioen hebt opgebouwd, dan is er hoogstwaarschijnlijk sprake van een pensioengat: je gaat er na je pensionering in koopkracht op achteruit.
Zelfs wanneer je wel pensioen opbouwt bij een werkgever, is dit lang niet altijd voldoende voor een comfortabel pensioen later. Als je via je werkgever niet de volledig mogelijke ruimte benut ieder jaar, kan er sprake zijn van een pensioengat.
2. Toeslagen
Daarnaast kan het zijn dat er veranderingen optreden in de toeslagen die je ontvangt. Als je inkomen hoger of lager is dan voor je pensionering, dan kun je recht hebben op meer of minder toeslag. Heb je na je pensionering een hoger inkomen dan kan het zijn dat je tijdelijk teveel toeslagen (zoals huur- of zorgtoeslag) krijgt. Dit moet je dan wel weer terugbetalen. Is je inkomen lager dan kan je eventueel meer toeslagen verwachten.
Let op: het jaar van je pensionering
Het kan zijn dat je een onaangename verrassing van de Belastingdienst krijgt in het jaar van je pensionering. Je hebt dat jaar namelijk meerdere vormen van inkomen: salaris, AOW, pensioen en lijfrente.
Je hebt maar één keer recht op heffingskorting, maar vaak wordt bij elk inkomen heffingskorting toegepast. Daardoor betaal je te weinig belasting en stuurt de Belastingdienst je vervolgens een aanslag om die belasting dan evengoed nog te betalen. Dit kan een flink bedrag zijn dus zorg ervoor dat je hier een potje voor hebt gereserveerd.
Pensioengat voorkomen
Wanneer je met pensioen gaat, verandert er veel op financieel gebied. De kans is groot dat je er in koopkracht op achteruit gaat en er sprake is van een pensioengat. Tegelijkertijd verandert er ook veel in je tijdsbesteding. Je hebt veel meer vrije tijd. Het is zonde als je hier na jaren van hard werken niet van kunt genieten, door de verandering in je financiën.
Wil je een pensioengat voorkomen? Begin door op Mijnpensioenoverzicht.nl te kijken naar wat je kunt verwachten aan pensioen (AOW-uitkering en werkgeverspensioen). Hoe eerder je dit signaleert dat je later niet genoeg ontvangt om je levensstandaard op peil te houden, hoe sneller je er iets aan kunt doen.
Mogelijkheden voor aanvullend pensioen
Een eerste optie is sparen voor meer pensioen, zodat je later dit vermogen in kunt zetten als je inkomen achteruitgaat.
Wat je ook kunt doen is geld opzijzetten op een zogenaamde lijfrenterekening. Dit is een speciale spaar-, beleggingsrekening of verzekering waar je gedurende je werkende leven geld op stort, en wat na je pensioen voor aanvullende uitkeringen zorgt. Een voordeel van deze optie is dat je nu kunt profiteren van belastingvoordeel. Hoe dat in zijn werking gaat kan je lezen in ons artikel Hoe kan ik zelf meer pensioen opbouwen?
Een andere mogelijkheid is om te gaan beleggen voor extra pensioen. Je laat dan het bedrag op je beleggingsrekening staan en stort dan eventueel periodiek wat bij. Met gunstige beleggingscondities heb je als je met pensioen gaat een mooi rendement behaald. Bij Semmie kun je zowel een beleggingsrekening als een lijfrenterekening openen. Hier lees je meer over het verschil tussen een lijfrenterekening en een beleggingsrekening.
Door op tijd over de financiële situatie na je pensioen na te denken, hoeft er niet veel voor je te veranderen als je met pensioen gaat. Dan kun je je volledig richten op de vrije tijd en lekker genieten van het leven.