Quantative Easing (QE) is een monetair beleid dat centrale banken als de Europese Centrale Bank kunnen doorvoeren om de economie te ondersteunen. Dit beleid wordt in het Nederlands ook wel aangeduid als kwantitatieve verruiming of versoepeling en draait om het opkopen van obligaties om zo de geldvoorraad te vergroten.

In de media wordt daarom vaak gesproken over ‘het aanzetten van de geldpers’. Er worden niet letterlijk biljetten bij gedrukt, maar de centrale bank kan wel geld ‘uit het niets’ creëren. Om dit geld daadwerkelijk in de economie te injecteren, koopt een centrale bank massaal obligaties op.


Instrument van centrale banken

Quantative easing wordt beschouwd als de laatste tool die centrale banken kunnen inzetten om hun voornaamste doel te bereiken: het behouden van prijsstabiliteit. Een conventionelere manier om dit te bewerkstelligen is het verhogen en verlagen van de rente (zie ook: geldmarktrente).

Dit monetaire beleid is sinds 2008 door verschillende centrale banken ingezet, in nasleep van de bankencrisis en de eurocrisis. Ook recenter, vanwege de coronacrisis, is quantative easing ingezet om de economie een impuls te geven.


Hoe heeft quantative easing invloed op de economie?

Door op grote schaal obligaties op te kopen, beïnvloedt een centrale bank de rente van dit soort langetermijnleningen (de kapitaalrente noemen we dit). Hierdoor wordt het voor overheden, bedrijven en consumenten goedkoper om te lenen en zullen zij eerder geneigd zijn om investeringen te doen. Dit is natuurlijk goed voor de economie.


Kritiek op quantative easing

In de afgelopen 14 jaar is er echter ook veel kritiek gekomen op quantative easing. Critici zeggen dat QE alleen voor een tijdelijke impuls van de economie zorgt en dat het kan leiden tot hogere inflatie dan de 2% die centrale banken voor ogen hebben. Wanneer dit gebeurt, zoals in 2022 het geval was, zal deze inflatie weer worden beteugeld door de rente te verhogen en te stoppen met de verruiming van de geldvoorraad.

Centrale banken ruilen dit monetaire beleid dan in voor de tegenhanger: quantative tightening.