Short gaan wordt ook wel shorten genoemd. Dit is het inspelen op een verwachte daling van de onderliggende waarde, bijvoorbeeld van een aandeel. Wie short gaat, speculeert dus op een dalende koers. Dit speculeren kan met een derivaat, zoals een (put)optie.
Hoe dit werkt? Dat ligt aan het derivaat dat je kiest. Kies je voor een putoptie, dan heb je een contract om later het onderliggende aandeel te verkopen tegen een vastgestelde prijs. Zeg: €10. Daalt de koers – daar speculeer je op – naar bijvoorbeeld €8, dan mag je het aandeel nog steeds voor €10 verkopen. Je hoeft het aandeel zelf niet te hebben. Opties zelf zijn verhandelbaar. Je kunt dus ook geld verdienen door je optie te verkopen.
Short gaan kan ook met bijvoorbeeld een turbo (short). Ook dan speculeer je op een koersdaling. Bij een turbo leen je het onderliggende aandeel in wezen van de bank. Hiervoor betaal je de bank, in de vorm van rente.