Vermogensbelasting is de belasting die je betaalt als jouw vermogen boven een bepaalde grens komt. De officiële benaming hiervoor is vermogensrendementsheffing. Je betaalt namelijk geen belasting over je vermogen zelf, maar over het rendement dat je hiermee behaalt.

De Belastingdienst gaat ervan uit dat dat je geld verdient aan je vermogen, omdat je bijvoorbeeld rente ontvangt over je spaargeld en een positief rendement met je beleggingen behaald. Dit noemt de Belastingdienst daarom jouw ‘voordeel uit sparen en beleggen’.

Vanaf 2024 betaal je over dit voordeel 36% inkomstenbelasting.


Wanneer betaal je vermogensbelasting?

Je betaalt vermogensbelasting als jouw vermogen boven een bepaalde grens uitkomt. Deze grens verandert elk jaar. Jouw vermogen onder deze grens wordt ook wel het heffingsvrij vermogen genoemd. Over dit deel hoef je geen belasting te betalen. In 2024 is €57.000 vrijgesteld van belasting.

Als je meer dan €57.000 aan vermogen hebt, betaal je over je vermogen boven die grens (of eigenlijk: het voordeel dat je daarmee behaald) vermogensbelasting. Heb je een fiscale partner? Dan mogen jullie je vermogens bij elkaar optellen en samen €114.000 belastingvrij bezitten.


Wat valt er onder jouw vermogen?

Je vermogen bestaat uit al je bezittingen bij elkaar opgeteld, min eventuele schulden. Hieronder vallen onder andere:

  • Je betaalrekening(en)
  • Contant geld
  • Je spaarrekening(en)
  • Je beleggingsrekening(en)
  • Een vakantiewoning, een pand dat je verhuurt of ander onroerend goed
  • Leningen (zowel geld dat je hebt uitgeleend als geld dat je geleend hebt)
  • Je credit card(s)


Zoals je ziet, valt een eigen huis of andere zaken die je zelf gebruikt, zoals je inboedel of je auto, niet onder je vermogen. Ook je pensioen valt niet onder je vermogen; hierover hoef je dus geen vermogensbelasting te betalen. Dat is waarom het zo aantrekkelijk is om te pensioenbeleggen om je pensioen aan te vullen.

Ook goed om te weten is dat er een schuldendrempel is. Voor 2024 geldt er een schuldendrempel van €3.700, en met een fiscale partner €7.400. De schulden boven deze drempel tellen mee in de berekening van de Belastingdienst.


Hoe berekent de Belastingdienst de vermogensbelasting?

Je weet nu wat de term vermogensbelasting inhoudt, maar hoeveel je concreet aan de Belastingdienst moet afrekenen is waarschijnlijk nog niet duidelijk. Daarom leggen we uit op welke manier de Belastingdienst de vermogensbelasting berekent.

Het vermogen dat de Belastingdienst meerekent in de berekening, wordt de ‘grondslag sparen en beleggen’ genoemd. Dit is de waarde van jouw vermogen op 1 januari van dat jaar, min het heffingsvrij vermogen.


Peildatum

De Belastingdienst gebruikt de eerste dag van het jaar als peildatum. Wanneer je de belastingaangifte voor 2023 doet, kijkt de Belastingdienst dus naar de waarde van jouw vermogen op 1 januari 2023. Ook als je bijvoorbeeld vervolgens half januari een grote uitgave hebt gedaan.

Wanneer dit mogelijk is, kun je van dit feit handig gebruikmaken door grote uitgaven voor 31 december te betalen.


Vervolgens betaal je vermogensbelasting (36% in 2024) over het veronderstelde rendement dat je met de grondslag sparen en beleggen hebt behaald.


Wat is het veronderstelde rendement?

Tot belastingjaar 2020 maakte de Belastingdienst veel aannames als het om de vermogens van Nederlanders ging. Zo gingen ze er bij iedereen vanuit dat je een gedeelte van je vermogen spaart en een gedeelte van je vermogen belegt. Hoe groter je vermogen was, hoe meer je zou beleggen, was de gedachte. Maar die gedachte ging natuurlijk nooit voor elke Nederlander op.


Waar de Belastingdienst tot belastingjaar 2020 vanuit ging:

Grondslag sparen en beleggen Verwacht % dat je van je vermogen spaart Verwacht % dat je van je vermogen belegt
Tot €50.651 67% 33%
Van €50.651 tot €962.351 21% 79%
Vanaf €962.351 0% 100%


Vervolgens werd het voordeel dat je hiermee behaalde, ook nog eens met een fictief rendementspercentage berekend (-0,01% bij sparen en 5,53% bij beleggen). Veel mensen vonden deze manier van berekenen oneerlijk. Wanneer je meer spaart dan waar de Belastingdienst vanuit gaat, moest je immers belasting betalen over rendement dat je helemaal nooit behaald hebt. En ook een rendement van 5,53% is bij beleggen lang niet elk jaar reëel.

Eind 2021 besloot de hoogste rechter van ons land dat deze berekening in strijd was met de rechten van de mens. Vanaf 2026 zal de vermogensbelasting daarom berekend worden met het rendement dat je echt behaalt. Tot die tijd is er een overbruggingswet van toepassing, waar een nieuwe rekenmethode wordt gebruikt.


Nieuwe manier vermogensbelasting berekenen

Hierbij wordt wel gekeken naar hoeveel procent van je vermogen je daadwerkelijk spaart en belegt, maar niet naar hoeveel rendement je werkelijk behaalt. De Belastingdienst zal wel per jaar inschatten wat een reëel rendement is. Zo golden voor belastingjaar 2022 bijvoorbeeld de volgende rendementen:

  • Spaargeld: 0,00%
  • Beleggingen/andere bezittingen: 5,53%
  • Schulden: 2,28%


Voor belastingjaar 2023 is het rendement van beleggingen en andere bezittingen vastgesteld op 6,17%. Voor spaargeld geldt het rendement van 0,01% en voor schulden 2,46%.


Vermogensbelasting berekenen

Wil je berekenen hoeveel vermogensbelasting je moet betalen? Dat zou je kunnen doen door de informatie uit dit artikel te gebruiken. De Belastingdienst heeft echter ook een online tool ontwikkeld, wat het wel zo makkelijk maakt. Deze tool bevat op het moment van schrijven nog geen optie om belastingjaar 2023 voorlopig uit te rekenen. Met de tool van BerekenHet.nl kan dit wel.


Ook interessant

Bij Semmie delen we graag onze kennis met je. Bekijk daarom ook eens de pagina's van de volgende wiki-begrippen voor meer informatie over dit onderwerp: